Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: boulanger

Franse en Duitse zoekresultaten voor: boulanger

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

boulanger:
- Bäcker; Brotbäcker
Wiktionary:
- boulanger → Bäcker
- boulanger → backen, Bäcker, Bäckerin

Frans

Uitgebreide vertaling voor boulanger (Frans) in het Duits

boulanger:

boulanger [le ~] zelfstandig naamwoord

le boulanger
der Bäcker; der Brotbäcker
- Bäcker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Brotbäcker [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor boulanger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brotbäcker	boulanger
Bäcker	boulanger

Synoniemen voor "boulanger":

fournier; gindre; mitron; pâtissier; apprenti

Wiktionary: boulanger

boulanger

noun

Personne dont le métier est de fabriquer le pain.
- boulanger → Bäcker

boulanger

im Ofen erhitzen
- backen → boulanger

noun

Handwerker, der Backwaren wie Brot, Kuchen usw. herstellt
- Bäcker → boulanger

Cross Translation:

From	To	Via
• boulanger	→ Bäcker; Bäckerin	↔ baker — person who bakes and sells bread, etc