Agent: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

agent:
- Polizist; Erreger; Erzeuger; Spitzel; Zuträger; Spion; Agent; Telefonist
Agent:
- Agent
Wiktionary:
- agent → Handelnder, Agens, Wirkstoff, wirkende Kraft, Häscher, Polizist, Schutzmann, Agent, Geschäftsbesorger, Handelsvertreter, Geschäftsvermittler, Bevollmächtigter, Handlungsreisender, Bocher
- agent → Agent

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Agent:
- représentant; vendeur; commis-voyageur; démarcheur; impresario; intermédiaire; agent
- Agent
Wiktionary:
- Agent → agent
- Agent → agent

Frans

Uitgebreide vertaling voor agent (Frans) in het Duits

agent:

agent [le ~] zelfstandig naamwoord

l'agent (agent de police; policier; représentant de la loi; gardien de la paix; gardien de l'ordre)
der Polizist
- Polizist [der ~] zelfstandig naamwoord
l'agent (géniteur; auteur; procréateur)
der Erreger; der Erzeuger
- Erreger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erzeuger [der ~] zelfstandig naamwoord
l'agent (agent secret; espion)
der Spitzel; der Zuträger; der Spion
- Spitzel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Zuträger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spion [der ~] zelfstandig naamwoord
l'agent
der Agent
- Agent [der ~] zelfstandig naamwoord
l'agent (téléopérateur)
der Telefonist
- Telefonist [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor agent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Agent	agent	commis-voyageur; démarcheur; impresario; intermédiaire; représentant; vendeur
Erreger	agent; auteur; géniteur; procréateur
Erzeuger	agent; auteur; géniteur; procréateur	architecte; auteur; constructeur; cultivateur; fabricant; faiseur; générateur; horticulteur; industriel; producteur; pépiniériste; révélateur; éleveur
Polizist	agent; agent de police; gardien de l'ordre; gardien de la paix; policier; représentant de la loi
Spion	agent; agent secret; espion	judas; oeil de chat; réflecteur
Spitzel	agent; agent secret; espion	agents secrets; avertisseurs; complices; délateur; délateurs; dénonciateur; détecteur; espion; espions; guetteur; indicateur; informant; informateur; lampe-témoin; mouchard; rapporteurs; tuyauteur; témoin; voyeur
Telefonist	agent; téléopérateur	téléphoniste
Zuträger	agent; agent secret; espion	complice; coresponsable; détecteur; lampe-témoin; mouchard; témoin
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Agent		Agent

Synoniemen voor "agent":

cause; exécutant; policier; courtier; intermédiaire; placier; représentant; commissionnaire; concessionnaire; démarcheur; espion; délateur; indicateur; rapporteur; flic; gardien; inspecteur; commissaire; gérant; gestionnaire; administrateur; mandataire; tenancier; délégué; directeur; imprésario; impresario; manager; informateur; correspondant; envoyé; commis; motard; préposé; employé; fonctionnaire; facteur; porte-parole; syndic; arbitre; liquidateur

Wiktionary: agent

agent

noun

Celui, celle, ce qui agit.
- agent → Handelnder; Agens; Wirkstoff; wirkende Kraft; Häscher; Polizist; Schutzmann; Agent; Geschäftsbesorger; Handelsvertreter; Geschäftsvermittler; Bevollmächtigter

agent

noun

altmodischer Begriff für: Vertreter
- Handlungsreisender → agent; représentant
-
- Bocher → étudiant; rabbinique; policier; averti; agent; argot; adolescent; juif; élève
Linguistik; Plural 3: derjenige, der die vom Verb bezeichnete Handlung eines Satzes selbst ausführt, also der Handelnde. Diese häufige semantische Rolle kann etwa im deutschen Satz vom Subjekt ausgefüllt werden, von anderen Satzgliedern (häufig von Objekten mit den Präpositionen von, durch in Passivsätz
- Agens → agent

Cross Translation:

From	To	Via
• agent	→ Agent	↔ agent — one who acts in place of another

Agent:

Agent

Agent
Agent
- Agent

Vertaal Matrix voor Agent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Agent		agent; commis-voyageur; démarcheur; impresario; intermédiaire; représentant; vendeur
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Agent	Agent

Verwante vertalingen van agent

Duits

Uitgebreide vertaling voor agent (Duits) in het Frans

Agent:

Agent [der ~] zelfstandig naamwoord

der Agent (Geschäftsreisende; Vertreter)
le représentant; le vendeur; le commis-voyageur; le démarcheur
- représentant [le ~] zelfstandig naamwoord
- vendeur [le ~] zelfstandig naamwoord
- commis-voyageur [le ~] zelfstandig naamwoord
- démarcheur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Agent (Impresario)
l'impresario
- impresario [le ~] zelfstandig naamwoord
der Agent (Zwischenperson)
l'intermédiaire
- intermédiaire [le ~] zelfstandig naamwoord
der Agent
l'agent
- agent [le ~] zelfstandig naamwoord

Agent

Agent
Agent
- Agent

Vertaal Matrix voor Agent:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agent	Agent	Erreger; Erzeuger; Polizist; Spion; Spitzel; Telefonist; Zuträger
commis-voyageur	Agent; Geschäftsreisende; Vertreter
démarcheur	Agent; Geschäftsreisende; Vertreter	Akquisiteur; Kolporteur
impresario	Agent; Impresario
intermédiaire	Agent; Zwischenperson	Kontaktperson; Medium; Mittelsperson; Schlichter; Unterhändler; Vermittler; Vermittlung; Zwischenhändler
représentant	Agent; Geschäftsreisende; Vertreter	Abgeordnete; Beauftragte; Bevollmächtigte; Botschafter; Delegierte; Deputierte; Exponent; Gesandte; Repräsentant; Unterhändler; Verkaufsvertreter; Vermittler; Vertreter
vendeur	Agent; Geschäftsreisende; Vertreter	Geschäftsinhaber; Geschäftsmann; Geschäftsmänner; Gewerbetreibende; Handelsmann; Handelsmänner; Hausierer; Händler; Kaufmann; Ladenangestellte; Straßenhändler; Unternehmer; Vertriebsmitarbeiter
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Agent	Agent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
intermédiaire		intermediär; vermittelnd; zwischenliegend

Synoniemen voor "Agent":

Beauftragter; Vermittler; Vertreter; Vertretung; Berufstätiger
Werber; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Aushorcher; Beobachter; Detektiv; Ermittler; Geheimagent; Kundschafter; Lauscher; Privatdetektiv; Schlapphut; Schnüffler; Spion; Spitzel; Spürhund

Wiktionary: Agent

Agent

noun

Celui, celle, ce qui agit.
- agent → Handelnder; Agens; Wirkstoff; wirkende Kraft; Häscher; Polizist; Schutzmann; Agent; Geschäftsbesorger; Handelsvertreter; Geschäftsvermittler; Bevollmächtigter

Cross Translation:

From	To	Via
• Agent	→ agent	↔ agent — one who acts in place of another

Franse en Duitse zoekresultaten voor: agent

Uitgebreide vertaling voor agent (Frans) in het Duits

agent:

agent [le ~] zelfstandig naamwoord

l'agent (agent de police; policier; représentant de la loi; gardien de la paix; gardien de l'ordre)

l'agent (géniteur; auteur; procréateur)

l'agent (agent secret; espion)

l'agent

l'agent (téléopérateur)

Vertaal Matrix voor agent:

Synoniemen voor "agent":

Wiktionary: agent

Agent:

Agent

Agent

Vertaal Matrix voor Agent:

Verwante vertalingen van agent

Uitgebreide vertaling voor agent (Duits) in het Frans

Agent:

Agent [der ~] zelfstandig naamwoord

der Agent (Geschäftsreisende; Vertreter)

der Agent (Impresario)

der Agent (Zwischenperson)

der Agent

Agent

Agent

Vertaal Matrix voor Agent:

Synoniemen voor "Agent":

Wiktionary: Agent