Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- pareil:
-
Wiktionary:
- pareil → ähnlich, gleichartig
- pareil → solch, gleich, Gleichaltriger, Gleichaltrige, Ebenbürtiger, Beaufsichtigender, ebenfalls, gleichfalls, ähnlich
Frans
Uitgebreide vertaling voor pareil (Frans) in het Duits
pareil:
-
pareil (tel)
solch; dergleichen; derartig-
solch bijvoeglijk naamwoord
-
dergleichen bijvoeglijk naamwoord
-
derartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (similaire à; égal à; correspondant à; semblable; de même que; comme; ainsi que; analogue à; conformément à; conforme à)
-
pareil (analogue; similaire; même; correspondant; homogène; ainsi que; conforme; identique; de même que; le même; comme; égal; conformément; la même; la même chose; identiquement)
gleichwertig; gleichartig; analog; gleichförmig; identisch; homogen; einander entsprechend; einander gleich-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
analog bijvoeglijk naamwoord
-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
homogen bijvoeglijk naamwoord
-
einander entsprechend bijvoeglijk naamwoord
-
einander gleich bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (de même; égal; de la même manière)
-
pareil (identique; la même chose; même; la même; identiquement; égal; de même que; le même; équivalent; ainsi que; similaire; comme; dans le même état; concordant; correspondant; de même valeur; conformément; inchangé; équipollent; conforme; uniforme; analogue)
gleich; dasselbe; gleichwertig; identisch; dieselbe; gleichförmig; unverändert; derselbe; einheitlich; gleichartig; einförmig; einander gleich; einander entsprechend-
gleich bijvoeglijk naamwoord
-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
dieselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
unverändert bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
einheitlich bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
einförmig bijvoeglijk naamwoord
-
einander gleich bijvoeglijk naamwoord
-
einander entsprechend bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (le même; identique; pareillement; égal; la même chose; idem; la même; semblable)
dasselbe; gleichwertig; gleichartig; derselbe; einerlei-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
einerlei bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (la même chose; identique; le même; égal; la même; inchangé)
dasselbe; dieselbe; gleichwertig; gleich; identisch; gleichartig; derselbe; gleichförmig-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
dieselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleich bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (semblable; ressemblants; similaire)
gleichförmig; gleichartig; gleich; identisch-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
gleich bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (inchangé; dans le même état; identique; identiquement)
unverändert; gleichwertig; gleich; dasselbe; dieselbe; derselbe; identisch; gleichartig-
unverändert bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleich bijvoeglijk naamwoord
-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
dieselbe bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pareil (idem; égal; identique)
dasselbe; derselbe; gleichwertig; gleichartig-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
le pareil (égal)
Vertaal Matrix voor pareil:
Synoniemen voor "pareil":
Wiktionary: pareil
pareil
Cross Translation:
adjective
pareil
-
Qui présenter une forte ressemblance ou similitude ; qui est égal ou semblable, en parlant de deux personnes ou de deux choses.
- pareil → ähnlich
adjective
-
auf eine im Zusammenhang geschilderte Eigenart oder Beschaffenheit hinweisend: so geartet, so beschaffen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pareil | → gleich | ↔ like — similar |
• pareil | → Gleichaltriger; Gleichaltrige; Ebenbürtiger; Beaufsichtigender | ↔ peer — someone or something of equal level |
• pareil | → ebenfalls; gleichfalls | ↔ same to you — I wish to you what you have just wished to me |
• pareil | → ähnlich | ↔ similarly — in a similar style or manner |
• pareil | → ähnlich | ↔ gelijkaardig — vele overeenkomsten vertonend |