Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: richesse

Franse en Duitse zoekresultaten voor: richesse

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. richesse:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor richesse (Frans) in het Duits

richesse:

richesse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la richesse (luxe; luxuriance; magnificence; )
    der Luxus; der Prunk; der Überfluß; die Pracht; die Stattlichkeit; die Fülle; der Glanz; die Herrlichkeit; der Reichtum; die Wonne; die Wollust; die Üppigkeit
    • Luxus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Prunk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Überfluß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stattlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Fülle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Glanz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Herrlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reichtum [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wonne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Wollust [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Üppigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. la richesse
    der Reichtum
    • Reichtum [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. la richesse (opulence)
    der Luxus; die Pracht; der Reichtum
    • Luxus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Pracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Reichtum [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor richesse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fülle abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur abondance; plein; plénitude; profusion
Glanz abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur couche brillante; exposition; représentation; représentation théâtrale; show; spectacle
Herrlichkeit abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur bonheur; béatitude; bénédiction; caractère attrayant; chance; chose exquise; dignité; délicatesse; délices; excellence; fortune; friandise; félicité; grandeur; gravité; grâce; magnificence; noblesse; pompe; prestige; salut; somptuosité; splendeur; voeu de bonheur
Luxus abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur
Pracht abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur apparat; beauté; cortège; célébration; cérémonie; défilé; défilé religieux; faste; formalité; formalités; grandeur; lustre; magnificence; pompe; prestige; procession; rite; solennité; somptuosité; splendeur
Prunk abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur apparat; faste; frivolité; lustre; légèreté; magnificence; orgueil; ostentation; pompe; splendeur; vanité
Reichtum abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur avoir; biens; fortune
Stattlichkeit abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur abondance; apparat; boum; bravoure; cortège; courage; célébration; cérémonie; dignité; excellence; fermeté; festivité; formalité; fête; grandeur; gravité; hardiesse; intrépidité; magnificence; noblesse; party; pompe; prestige; procession; profusion; rite; soirée; solennité; solidité; somptuosité; supériorité; vaillance; vigueur
Wollust abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur ardeur; désir; envie; passion; pulsion sexuelle; sensualité; volupté; érotique; érotisme
Wonne abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur bonheur; béatitude; chance; délectation; délices; fortune; félicité; grandeur; jouissance; magnificence; plaisir; splendeur
Überfluß abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus
Üppigkeit abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur abondance; exubérance; humeur folâtre; lascivité; profusion; pétulance; vivacité

Synoniemen voor "richesse":


Wiktionary: richesse

richesse
noun
  1. opulence, abondance de biens.
richesse
noun
  1. Singular: einem großer materieller Besitz
  2. Plural: wird überwiegend zur Aufzählung kostbarer Dinge verwendet
Cross Translation:
FromToVia
• richesse → Reichtum ↔ rijkdom — het bezitten van veel geld en goud
• richesse → Reichtum; Vermögen ↔ wealth — riches; valuable material possessions

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van richesse







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0446 seconde
Page rendered in 1.0 seconds