Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: de

Franse en Duitse zoekresultaten voor: de

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. de:
  2. dé:
  3. Wiktionary:
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Öde:
  2. öde:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor de (Frans) in het Duits

de:

de

  1. de (à; en)
    von

de bijvoeglijk naamwoord

  1. de (à partir de)
    ab; von..an
    • ab bijvoeglijk naamwoord
    • von..an bijvoeglijk naamwoord
  2. de (depuis; dès)
    von hier
  3. de (à; dans; en; par)
    in; zu
    • in bijvoeglijk naamwoord
    • zu bijvoeglijk naamwoord
  4. de (à; sur; après; en)
    an; auf
    • an bijvoeglijk naamwoord
    • auf
  5. de (y; à; sur; )
    an; dazu
    • an bijvoeglijk naamwoord
    • dazu bijvoeglijk naamwoord
  6. de (du côté de)
    an der Seite von

Vertaal Matrix voor de:

PrepositionVerwante vertalingenAndere vertalingen
zu à
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
auf après; de; en; sur; à
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
von de; en; à
zu jusqu'à ce que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ab de; à partir de depuis; depuis le moment où; loin; où; pendant ce temps; pendant que; tandis que
an après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de près de
an der Seite von de; du côté de
dazu au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de au commencement; c'est pourquoi; devant; en; en avant; en premier lieu; en tête; en échange; passe encore; pour cela; sur le devant; y; à cet effet; à l'avant; à l'entrée; à la place; à la rigueur
in dans; de; en; par; à
von hier de; depuis; dès
von..an de; à partir de
zu dans; de; en; par; à en; près de; vers; à; à quoi

Synoniemen voor "de":


Wiktionary: de

de
  1. -
de
  1. Dativ|: zusammen mit
  2. (etwas oder jemanden) höchst erfreulich charakterisieren, darlegen, schildern
  3. (etwas oder jemanden) bedrückend negativ, pessimistisch charakterisieren, darlegen, schildern
  4. (transitiv) mit etwas aufhören, etwas zum Abschluss bringen, eine Tätigkeit einstellen
  5. mit Dativ: von drinnen nach draußen
  6. mit Dativ: die Herkunft bezeichnend
  7. -
  8. (umgangssprachlich) (jemandem gegenüber) ganz offen und freimütig seine Meinung äußern
  9. so in etwa, so ungefähr
  10. Amtssprache, verantwortlich zeichnen für etwas: die übertragene Verantwortung ausübend seine Unterschrift unter etwas setzen
  11. Ursprung räumlicher oder zeitlicher Veränderung, Herkunft, Gegenstand der Betrachtung, Ursache, sonstige Verhältnisse
  12. getrennt stehender Namenszusatz vor Familiennamen (des ehemaligen Adels)
  13. (umgangssprachlich) etwas vorzeitig in Erfahrung bringen
  14. Bezeichnung der Ursache oder des Grundes eines Sachverhalts
  15. (transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen
verb
  1. transitiv: der Polizei oder Staatsanwaltschaft eine von jemandem verübte Straftat mitteilen
  2. (transitiv); salopp: etwas, was einen anderen betrifft, absichtlich oder absichtslos zum Scheitern bringen
  3. -
  4. Schweiz, Liechtenstein; transitiv: der Polizei oder Staatsanwaltschaft eine von jemandem verübte Straftat mitteilen
noun
  1. wissenschaftlicher Betreuer einer Sammlung oder eines Museums
  2. jüdisch fam.|; (umgangssprachlich) sündigende Person; sündhafter Mensch
adjective
  1. schweizerisch: bei (guter) Gesundheit; in guter körperlicher Verfassung
Cross Translation:
FromToVia
• de → über ↔ about — concerning
• de → von ↔ by — indicates creator of a work
• de → von; aus ↔ from — with the source or provenance of or at
• de → vor; von ↔ from — with the separation, exclusion or differentiation of
• de → zu ↔ in order to — as a means of achieving the specified aim
• de → aus ↔ of — containing, comprising or made from
• de → der ↔ of — connecting numeral or quantifier with quantified
• de → über; von ↔ of — introducing subject matter
• de → von ↔ of — possessive genitive: belonging to
• de → -s; von ↔ 's — possessive marker
• de → ersetzen ↔ substitute — to use in place of something else, with the same function
• de → von ↔ van — geeft herkomst aan
• de → von ↔ van — geeft bezit aan
• de → aus ↔ uit — geeft aan van welke plaats iets komt

dé:

dé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le dé (cube)
    der Würfel
    • Würfel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Würfel cube; dé cube; fragment; morceau; partie
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Würfel cube

Synoniemen voor "dé":


Wiktionary: dé

dé
noun
  1. Lettre latine D, d.
    • dé → de
dé
noun
  1. meist speziell: Spielgerät in der Form eines geometrischen Würfels [1] mit 1 bis 6 Augen auf den Seiten
  2. Gegenstand, der annähernd würfelförmig ist
Cross Translation:
FromToVia
• dé → Würfel ↔ die — polyhedron used in games of chance
• dé → Würfel ↔ teerling — kubusvormig voorwerp met op elk van de zijden een van de ogenaantallen één tot en met zes

Verwante vertalingen van de



Duits

Uitgebreide vertaling voor de (Duits) in het Frans

Öde:

Öde [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Öde (Leere; Leerheit)
    le vide; la vacuité
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vacuité [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Öde (Einöde; öde Landschaft; trostloses Gebiet)
    l'entourage désolé

Vertaal Matrix voor Öde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entourage désolé Einöde; trostloses Gebiet; Öde; öde Landschaft
vacuité Leere; Leerheit; Öde
vide Leere; Leerheit; Öde Hiatus; Hohlheit; Hohlraum; Leck; Leere; Loch; Lücke; Mangel; Manko; Nichts; Punktion; Spalte; Undichtigkeit; Vakuum; undichte Stelle; Öffnung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vide blanko; frei; geistlos; hohl; inhaltslos; ledig; leer; luftleer; offen; ohne Aufgabe; ohne Auftrag; unausgefüllt; unbebaut; unbesetzt; vakuum

Synoniemen voor "Öde":


Wiktionary: Öde

Öde

öde:

öde bijvoeglijk naamwoord

  1. öde (desolat)
    délaissé; désolé; abandonné
  2. öde (langweilig; eintönig; fahl; )
    ennuyeux; monotone; ennuyant; morne; assommant; ennuyeusement; de manière monotone; de manière ennuyeuse
  3. öde (eintönig; langweilig; fade; dösig; abgeschmackt)
    ennuyeux; monotone; ennuyant; ennuyeusement; lassant; de manière monotone; de manière ennuyeuse
  4. öde (schwerlich; lästig; sauer; )
    ennuyeux; désagréable
  5. öde (vertrocknet; trocken; dürr; )
    sec; aride; desséché; stérile; infertile
  6. öde (nicht abgelenkt; langweilig; fade; geistlos; geisttötend)
    ennuyeux; monotone; languissamment; fastidieux; lassant; fastidieusement; ennuyeusement
  7. öde (ausgestorben; menschenleer; verlassen)
    désert; dépeuplé; mort; à l'abandon
  8. öde (dürftig; spärlich; schmächtig; )
    pauvre; pitoyable; mince; maigre; dépourvu; défavorisé; misérable; frêle; fluet
  9. öde
    morne; désert; sombre
  10. öde (bitter entäuscht; verbittert; hell; )
    âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre
  11. öde (dürr; schal; trocken; )
    pauvre; inférieur; aride; infertile; stérile; subalterne; frugal; rêche
  12. öde (vereinsamt; einsam; verlassen)
    seul; solitaire; délaissé; isolé; solitairement

Vertaal Matrix voor öde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
désert Einöde; Wüste; Wüstenbildung; Wüstenei
enragé Brausekopf; Eiferer; Fan; Fanatiker; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
inférieur Untergebene; Untergeordnete
misérable Aas; Arme; Bummelant; Bummler; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faulenzer; Faulpelz; Ferkel; Flasche; Flegel; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lausbub; Luder; Lump; Müßiggänger; Nichtsnutz; Rabauke; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Sclappschwanz; Spitzbube; Stinker; Strick; Tagedieb; Taugenichts; Widerling; elende Kerl; geriebeneKerl; gescheiterte Existenz
mort Einbüssen; Einstürzen; Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall; Toter
sec Trockenes
solitaire Einsiedler; Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Eremit; Individualist; Individuum
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abandonné desolat; öde ohne Verwaltung; unbeaufsichtigt
agressif beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde aggressiv; angreifend; brutal; gewaltsam; gewalttätig; grell; grimmig; lüstern; offensiv; roh; rüde; scharf; schroff; schwer; selbstbewußt; selbstsicher; sicher; stark; stoppelig; streitend; streitsüchtig; struppig; störrisch; stürmisch; ungestüm; unsanft; unzart; wild; zankend; zanksüchtig; zottig; zutäppisch; zänkisch
aigre beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde Zickig; abfällig; abschätzig; bissig; bitter; bitterlich; grimmig; herb; höhnisch; kratzbürstig; sauer; sauer schmeckend; scharf; schmählich; schnauzig; spitzig; säuerlich; verspottend
aigrement beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde abfällig; abschätzig; bissig; bitter; bitterlich; grimmig; herb; höhnisch; sauer; sauer schmeckend; scharf; schmählich; spitzig; verspottend
aigri beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde grimmig
aride dürr; fruchtlos; karg; kärglich; schal; schofel; schäbig; trocken; unfruchtbar; vertrocknet; welk; öde dürr; karg; knapp; kärglich; mager; rauh; regenarm; trocken; unfruchtbar; ungastlich; unwirtlich; verdorrt; verwelkt
assommant einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde nicht einfach; sterbenslangweilig; todlangweilig
de manière ennuyeuse abgeschmackt; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde
de manière monotone abgeschmackt; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde
desséché dürr; fruchtlos; karg; trocken; unfruchtbar; vertrocknet; welk; öde ausgedorrt; verdorrt; verwelkt
défavorisé dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde arm; bedürftig; chancenarm
délaissé desolat; einsam; vereinsamt; verlassen; öde abgesondert; hilflos; kraftlos; machtlos; unbemittelt; ungepflegt; unvermögend; unversorgt; vernachlässigt; verwahrlost; verwildert; wehrlos; zerzaust
dépeuplé ausgestorben; menschenleer; verlassen; öde
dépourvu dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde arm; bedürftig; erbärmlich; jämmerlich; kläglich; miserabel; nutzlos; sinnlos
désagréable beschwerlich; hinderlich; langweilig; lästig; mies; mühsam; problematisch; sauer; schwer; schwerlich; schwierig; unangenehm; unbequem; öde antipathisch; ekelerregend; ekelhaft; eklig; entsetzlich; fettig; grob; herb; hinderlich; häßlich; kaltherzig; lästig; nicht im richtigen Moment; nicht nett; sauer; sauer schmeckend; schlecht gelaunt; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schweinisch; schwer; schwierig; stinkend; stinkig; störend; taktlos; unangenehm; unbehaglich; unbequem; unflätig; unfreundlich; unfähig; ungeeignet; ungelegen; ungenießbar; unhöfflich; unhöflich; unmanierlich; unpassend; unrecht; unsauber; unschön; widerlich; widerwärtig
désert ausgestorben; menschenleer; verlassen; öde frei; freigegeben; ledig; leer; nicht bevölkert; offen; unbebaut; unbesetzt; unbewohnt; untätig; wüst
désolé desolat; öde entschuldigung; verzeihung
en colère beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; empört; entflammt; enzündet; erbost; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; garstig; gehässig; geladen; giftig; grell; grimmig; haßerfüllt; heftig; hitzig; hitzköpfig; jähzornig; neidisch; rasend; sauer; scharf; sehr böse; tobend; ungebändigt; ungestüm; ungezähmt; unwillig; unwirsch; verbissen; verstimmt; verärgert; wutentbrannt; wüst; wütend; zornig; ärgerlich; übel
ennuyant abgeschmackt; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; schlafbringend; öde beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich
ennuyeusement abgeschmackt; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; nicht abgelenkt; schlafbringend; öde beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich
ennuyeux abgeschmackt; beschwerlich; dösig; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; hinderlich; langweilig; lästig; mies; mühsam; nicht abgelenkt; problematisch; sauer; schlafbringend; schwer; schwerlich; schwierig; unangenehm; unbequem; öde albern; beschwerlich; blöd; doof; dumm; fade; geistlos; geisttötend; geschmacklos; hinderlich; irritierend; langweilig; langweilige; lästig; mehlig; sauer; schwer; schwierig; stumpfsinnig; störend; unangenehm; unbequem; ärgerlich
enragé beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; bitter; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; garstig; gehässig; geladen; giftig; grell; grimmig; haßerfüllt; jähzornig; kochend; neidisch; rasend; sauer; scharf; sehr böse; siedend; tobend; ungebändigt; ungestüm; ungezähmt; unwillig; unwirsch; verbissen; verbittert; verstimmt; verärgert; wüst; wütend; zornig; ärgerlich; übel
fastidieusement fade; geistlos; geisttötend; langweilig; nicht abgelenkt; öde
fastidieux fade; geistlos; geisttötend; langweilig; nicht abgelenkt; öde arbeitsintensiv
fluet dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde angenehm; dünn; dürftig; erfreulich; fein; gebrechlich; hager; herrlich; karg; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig; schön; spindeldürr
fou de rage beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde grimmig; ungebändigt; ungezähmt
frugal dürr; karg; kärglich; schal; schofel; schäbig; trocken; unfruchtbar; öde dürr; einfach; frugal; gering; karg; knapp; kärglich; mager; mäßig; nicht im überfluss; nüchtern; sachlich; schlicht; sparsam; trocken; unfruchtbar; ärmlich
frêle dünn; dürftig; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; öde abgespannt; brechbar; bröcklig; brüchig; delikat; dünn; empfindlich; empfindsam; fein; flau; gebrechlich; gläsern; grazil; hager; heikel; hilflos; hinfällig; kraftlos; kränklich; lahm; leichtgebaut; liebend; lustlos; matt; mürbe; quetschbar; rank; sanft; sanftmütig; schlaff; schlank; schlapp; schmächtig; schwach; schwächlich; spindeldürr; verletzbar; verwundbar; zart; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut; zärtlich
furieusement beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; schneidig; schnippisch; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; wild; wüst; wütend; öde aufgebracht; böse; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; geladen; grell; grimmig; haßerfüllt; rasend; sauer; scharf; sehr böse; tobend; ungebändigt; ungezähmt

Synoniemen voor "öde":


Wiktionary: öde

öde
Cross Translation:
FromToVia
• öde → désert; abandonné ↔ lonely — of place: desolate
• öde → embêtant; désagréable ↔ ambetant — vervelend, onprettig


Wiktionary: de

de
noun
  1. Lettre latine D, d.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.2735 seconde
Page rendered in 1.0 seconds