Frans

Uitgebreide vertaling voor boîte (Frans) in het Duits

boiter:

boiter werkwoord (boite, boites, boitons, boitez, )

  1. boiter
    hinken
    • hinken werkwoord (hinke, hinkst, hinkt, hinkte, hinktet, gehinkt)
  2. boiter
    hinken; humpeln
    • hinken werkwoord (hinke, hinkst, hinkt, hinkte, hinktet, gehinkt)
    • humpeln werkwoord (humple, humpelst, humpelt, humpelte, humpeltet, gehumpelt)
  3. boiter (cliqueter; tintinnabuler; sauter; )
    klappern; rasseln; klingeln; rütteln; rattern; klingen; hacken; rumpeln; hüpfen; klirren; hinken; klimpern
    • klappern werkwoord (klappere, klapperst, klappert, klapperte, klappertet, geklappert)
    • rasseln werkwoord (rassele, rasselst, rasselt, rasselte, rasseltet, gerasselt)
    • klingeln werkwoord (klingele, klingelst, klingelt, klingelte, klingeltet, geklingelt)
    • rütteln werkwoord (rüttele, rüttelst, rüttelt, rüttelte, rütteltet, gerüttel)
    • rattern werkwoord (rattere, ratterst, rattert, ratterte, rattertet, gerattert)
    • klingen werkwoord (klinge, klingst, klingt, klingte, klingtet, geklingt)
    • hacken werkwoord (hacke, hackst, hackt, hackte, hacktet, gehackt)
    • rumpeln werkwoord (rumpele, rumpelst, rumpelt, rumpelte, rumpeltet, gerumpelt)
    • hüpfen werkwoord (hüpfe, hüpfst, hüpft, hüpfte, hüpftet, gehüpft)
    • klirren werkwoord (klirre, klirrst, klirrt, klirrte, klirrtet, geklirrt)
    • hinken werkwoord (hinke, hinkst, hinkt, hinkte, hinktet, gehinkt)
    • klimpern werkwoord (klimpere, klimperst, klimpert, klimperte, klimpertet, geklimpert)

Conjugations for boiter:

Présent
  1. boite
  2. boites
  3. boite
  4. boitons
  5. boitez
  6. boitent
imparfait
  1. boitais
  2. boitais
  3. boitait
  4. boitions
  5. boitiez
  6. boitaient
passé simple
  1. boitai
  2. boitas
  3. boita
  4. boitâmes
  5. boitâtes
  6. boitèrent
futur simple
  1. boiterai
  2. boiteras
  3. boitera
  4. boiterons
  5. boiterez
  6. boiteront
subjonctif présent
  1. que je boite
  2. que tu boites
  3. qu'il boite
  4. que nous boitions
  5. que vous boitiez
  6. qu'ils boitent
conditionnel présent
  1. boiterais
  2. boiterais
  3. boiterait
  4. boiterions
  5. boiteriez
  6. boiteraient
passé composé
  1. ai boité
  2. as boité
  3. a boité
  4. avons boité
  5. avez boité
  6. ont boité
divers
  1. boite!
  2. boitez!
  3. boitons!
  4. boité
  5. boitant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor boiter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hacken boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler abattre; abattre des arbres; arracher les mauvaises herbes; biner; couper; découper en morceaux; désherber; hacher; hacher fin; hacher menu; sarcler
hinken boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler cabrioler; caracoler; gambader; sautiller
humpeln boiter avancer péniblement; avancer à pas chancelants; marcher péniblement; marcher à pas trébuchants
hüpfen boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler cabrioler; caracoler; gambader; houblonner; sautiller
klappern boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler battre; claquer; cliqueter
klimpern boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler
klingeln boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler carillonner; cliqueter; faire sonner; heurter; retentir; se cogner; sonner; sonner à la porte; sonnerie; tinter; tintinnabuler; téléphoner
klingen boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler gazouiller; résonner
klirren boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler
rasseln boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler battre la caisse; battre le tambour; bougonner; bricoler; cracher; graillonner; râler; tambouriner; tripoter
rattern boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler
rumpeln boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler chahuter; faire du remue-ménage
rütteln boiter; boitiller; carillonner; claudiquer; cliqueter; clopiner; ferrailler; gambader; marcher en boitant; retentir; résonner; sauter; sautiller; sonner; tinter; tintinnabuler agiter; faire bouger en tirant; osciller; secouer; tordre; tordre légèrement; tournoyer
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
klingeln sonnerie

Synoniemen voor "boiter":


Wiktionary: boiter

boiter
verb
  1. clocher, incliner à chaque pas son corps plus d’un côté que de l’autre, ou alternativement de l’un et de l’autre côté.
boiter
verb
  1. humpeln, lahmen

Cross Translation:
FromToVia
boiter lahmen; humpeln; hinken limp — To walk lamely, as if favouring one leg

boîte:

boîte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la boîte (prison; établissement pénitentiaire; maison de détention; )
    die Strafanstalt; die Strafvollzugsanstalt
  2. la boîte (boîte en fer-blanc; petite boîte)
    die Büchse; die Dose; die Vorratsdose; die Konserve
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorratsdose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Konserve [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la boîte (paquet; paquet-poste; colis postal; )
    Paket; Päckchen; Postpaket; kleine Paket
  4. la boîte (enveloppe; emballage; empaquetage; carton)
    die Verpackung; die Hülse; die Packung; Gehäuse; der Karton; die Schachtel; Gefäß; die Emballage; die Dose; die Kapsel; der Kasten
    • Verpackung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Hülse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Packung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehäuse [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Karton [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schachtel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Emballage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kapsel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kasten [der ~] zelfstandig naamwoord
  5. la boîte (box; cage; poulailler; )
    die Box; Gehäuse; die Schachtel; der Karton; die Dose; Klo; der Schuppen; Gefäß; Kittchen; Loch; die Büchse; der Kasten; Abteil; die Kapsel; der Verschlag; der Flugschreiber
    • Box [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehäuse [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schachtel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Karton [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Klo [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Schuppen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kittchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Loch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kasten [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Abteil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kapsel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Verschlag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Flugschreiber [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. la boîte (empaquetage; emballage; carton; enveloppe)
    die Hülse; Gehäuse; die Verpackung; Gefäß; die Packung; die Büchse; die Schachtel; die Dichtung; die Kapsel; die Aufmachung; die Dose; der Kasten; der Karton; die Spreu; der Flugschreiber; die Emballage; die Liderung; die UmhÜllung
    • Hülse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gehäuse [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Verpackung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gefäß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Packung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Büchse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schachtel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dichtung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kapsel [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufmachung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Dose [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kasten [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Karton [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spreu [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Flugschreiber [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Emballage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Liderung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • UmhÜllung [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. la boîte (caisse)
    Kästchen; die Kiste
    • Kästchen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Kiste [die ~] zelfstandig naamwoord
  8. la boîte (emballage; empaquetage; enveloppe; carton)
    die Packung; die Verpackung
  9. la boîte
    der Behälter

Vertaal Matrix voor boîte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abteil box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière
Aufmachung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe brèche; costume; expulsion; habit; ouverture; tenue; trou; trouée; vêtements
Behälter boîte bac; bassin; citerne; container; conteneur; cuve; gamelle; jatte; mangeoire; récipient; réservoir; étui
Box box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière baraque; bouge; cabane; cahute; hutte; paillote; taudis
Büchse box; boîte; boîte en fer-blanc; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; petite boîte; poulailler; taudis; volière boîte de conserve; boîte de conserves; boîte à ranger; caisse du tympan; carabine; carton; emballage; fer-blanc; métal; petite boîte; petite boîte de conserves; tambour; étui
Dichtung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe amalgame; art poétique; bric-à-brac; lyrique; lyrisme; mélange; méli-mélo; oeuvre en vers; oeuvre poétique; pot-pourri; poésie; poésie lyrique; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; recueil poétique; salade; troupe
Dose box; boîte; boîte en fer-blanc; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; petite boîte; poulailler; taudis; volière boîte de conserve; boîte de conserves; boîte à ranger; caisse du tympan; carton; dose; emballage; métal; part; petite boîte; portion; tambour
Emballage boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
Flugschreiber box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière
Gefäß box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière bac; boîte à ranger; carton; coupe; emballage; gamelle; jatte; mangeoire; plat résistant à la chaleur du four; récipient
Gehäuse box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière coeur; loge; trognon; étui
Hülse boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe étui
Kapsel box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière capsule
Karton box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière boîte à ranger; carton; emballage
Kasten box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière
Kiste boîte; caisse caisse; caisse à claire-voie; clayette
Kittchen box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière
Klo box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière chiottes; latrines; toilette; toilettes; w.c.
Konserve boîte; boîte en fer-blanc; petite boîte boîte de conserve; boîte de conserves; métal; petite boîte
Kästchen boîte; caisse baguier; châsse; commode; costume; ensemble; petite armoire; petite boîte; reliquaire; tranche; écrin
Liderung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
Loch box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière baie; brèche; embrasure; fuite; fuite d'eau; hameau; ouverture; petit trou; trou; trouée; vide
Packung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe emballage
Paket boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche Package; balle; ballot; bourse; costume; emballage; empaquetage; ensemble; offre groupée; package; paquet; peloton; tranche
Postpaket boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche costume; ensemble; tranche
Päckchen boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche baguier; costume; ensemble; petite boîte; tranche; écrin
Schachtel box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; emballage; empaquetage; enveloppe; niche; poulailler; taudis; volière baguier; boîte à ranger; carton; emballage; petite boîte; écrin
Schuppen box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière appentis; baraque; bouge; cabane; cabine; cahute; débarras; dépôt; galetas; garages; hangar; hutte; lice; masure; niche; paillote; préceinte; remisage; remise; resserre; réduit; taudis
Spreu boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
Strafanstalt boîte; maison d'arrêt; maison de correction; maison de détention; prison; pénitencier; établissement pénitentiaire captivité; maison de correction; maison de détention
Strafvollzugsanstalt boîte; maison d'arrêt; maison de correction; maison de détention; prison; pénitencier; établissement pénitentiaire
UmhÜllung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
Verpackung boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe boîte à ranger; carton; emballage; empaquetage
Verschlag box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière cabane; cabine; cage; gîte; niche; refuge; remise; repaire; réduit; terrier; volière
Vorratsdose boîte; boîte en fer-blanc; petite boîte
kleine Paket boîte; carton; colis postal; emballage; empaquetage; paquet; paquet-poste; tranche
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kiste caisse

Synoniemen voor "boîte":


Wiktionary: boîte

boîte
noun
  1. Objet rigide et creux ayant la capacité de se fermer
  2. Boîte de nuit, discothèque.
boîte
noun
  1. (umgangssprachlich) Diskothek oder Kneipe siehe auch: Restaurant
  2. Verpackung, meistens in der Form eines Quaders
  3. kleiner Behälter mit Deckel

Cross Translation:
FromToVia
boîte Tonne bin — container used for storage
boîte Kasten; Box; Kiste box — cuboid container
boîte Dose; konserviert canned — preserved in cans
boîte Nachtlokal; Nachtklub club — nightclub

Verwante vertalingen van boîte