Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: écart

Franse en Duitse zoekresultaten voor: écart

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

écart:
- Spannweite; Spannbreite; Abschweifen; Abschweifung; Abirrung; Abweichung
Wiktionary:
- écart → Abstand, Unterschied, Abweichung, Spanne, Schere
- écart → Ritze, Ritz, Spalte

Frans

Uitgebreide vertaling voor écart (Frans) in het Duits

écart:

écart [le ~] zelfstandig naamwoord

l'écart (envergure; portée)
die Spannweite; die Spannbreite
- Spannweite [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spannbreite [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écart (égarement; aberration; digression)
Abschweifen; die Abschweifung; die Abirrung
- Abschweifen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Abschweifung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abirrung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'écart
die Abweichung
- Abweichung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écart:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abirrung	aberration; digression; écart; égarement
Abschweifen	aberration; digression; écart; égarement
Abschweifung	aberration; digression; écart; égarement
Abweichung	écart	aberration; anomalie; différence; différenciation; différentiation; dissimulation; défaut; handicap; imperfection; individuation; infirmité; jeu; manque; marge; écart de rapprochement
Spannbreite	envergure; portée; écart
Spannweite	envergure; portée; écart	envergure; envergure des ailes; tension des ailes

Synoniemen voor "écart":

amplitude; portée; variation; oscillation; période; magnitude; break; voiture; détour; boucle; courbe; angle; coude; tournant; zigzag; circonvolution; crochet; déviation; lacet; dédale; labyrinthe; raccourci; sinuosité; biais; digression; circonlocution; diversion; périphrase; ruse; subterfuge; subtilité; dissidence; diffraction; décalage; embardée; dérivation; détournement; différence; dissemblance; dissimilitude; distinction; divergence; distance; inégalité; altérité; caractéristique; diversité; nuance; variété; particularité; écartement; éloignement; séparation; intervalle; extravagance; absurdité; bizarrerie; excentricité; incartade; frasque; folie; caprice; dérèglement; divagation; énormité; erreur; démence; faute; dévergondage; inconduite; équipée; marge; blanc; bord; bordure; délai

Wiktionary: écart

écart

noun

Action par laquelle deux parties s’écartent.
- écart → Abstand; Unterschied
Variations qui se produisent dans un mécanisme.
- écart → Abweichung
Économie.
- écart → Spanne

écart

noun

große Differenz in der Ausprägung eines Merkmals
- Schere → fossé; fracture; écart
das Nichterfüllung einer Regelmäßigkeit
- Abweichung → déviation; écart

Cross Translation:

From	To	Via
• écart	→ Ritze; Ritz; Spalte	↔ gap — opening made by breaking or parting

Verwante vertalingen van écart