Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
ravissant:
- schön; hübsch; attraktiv; süß; gutaussehend; angenehm; zierlich; schmuck; flott; schick; anziehend; fesch; reizend; herrlich; himmlisch; vortrefflich; köstlich; göttlich; ausgezeichnet; vorzüglich; auserlesen; formidabel; hervorragend; lieblich; entzückend; graziös; gefällig; charmant; allerliebst; anmutig; goldig; bildschön; bildhübsch; freundlich; Liebenswürdig; verlockend; niedlich; hold; lieb; nett; sympathisch; gesellig; herzlich; liebenswürdig; gutartig; bezaubernd; freundschaftlich; herzgewinnend; reizvoll; einladend; schmackhaft; anmutsvoll; sehr gefallig
- ravir:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor ravissant (Frans) in het Duits
ravissant:
-
ravissant (attractif; joli; plaisant; mignon; séduisant)
schön; hübsch; attraktiv; süß; gutaussehend; angenehm; zierlich; schmuck; flott; schick; anziehend; fesch; reizend-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
süß bijvoeglijk naamwoord
-
gutaussehend bijvoeglijk naamwoord
-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich bijvoeglijk naamwoord
-
schmuck bijvoeglijk naamwoord
-
flott bijvoeglijk naamwoord
-
schick bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
fesch bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (céleste; délicieux; magnifique; divin; divinement; excellent; extrêmement bon; exquis; délicieuse; délicieusement)
herrlich; himmlisch; vortrefflich; köstlich; göttlich; ausgezeichnet; vorzüglich; auserlesen; formidabel; hervorragend-
herrlich bijvoeglijk naamwoord
-
himmlisch bijvoeglijk naamwoord
-
vortrefflich bijvoeglijk naamwoord
-
köstlich bijvoeglijk naamwoord
-
göttlich bijvoeglijk naamwoord
-
ausgezeichnet bijvoeglijk naamwoord
-
vorzüglich bijvoeglijk naamwoord
-
auserlesen bijvoeglijk naamwoord
-
formidabel bijvoeglijk naamwoord
-
hervorragend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (charmant; gracieux; séduisant; joli; aimable; adorable; mignon; alléchant; attirant)
schön; lieblich; hübsch; entzückend; graziös; gefällig; charmant; attraktiv; allerliebst; reizend; anmutig; goldig-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
lieblich bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
entzückend bijvoeglijk naamwoord
-
graziös bijvoeglijk naamwoord
-
gefällig bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
allerliebst bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
goldig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (délicieux; délicieuse; bon; bonne; savoureux; extrêmement bon; excellent; céleste; savoureuse; bien; magnifique; superbe; exquis; divinement; splendide; divin; délicieusement; superbement; délicat)
-
ravissant (de toute beauté)
-
ravissant (adorable; séduisant; charmant; mignon; attirant; alléchant; d'une manière charmante; d'une façon charmante)
charmant; freundlich; Liebenswürdig-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
Liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (adorable; attractif; attrayant; belle; séduisant; attirant; beau; joli; charmant)
-
ravissant (attirant; attrayant; séduisant; mignon; mignonne; gracieusement; joli; adorable; alléchant; beau; belle; tentant; attractif; charmant)
attraktiv; verlockend; anziehend; schön; anmutig; hübsch; schick; gutaussehend; reizend; flott-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
verlockend bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
schick bijvoeglijk naamwoord
-
gutaussehend bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
flott bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (mignon; adorable; charmant)
-
ravissant (mignon; cher; doux; gentil; gracieux; aimé; élégant; affectueux; avenant; charmant)
-
ravissant (adorable; mignon; séduisant; gracieusement; joli; gracieux; aimable; d'une manière charmante)
niedlich; entzückend; reizend-
niedlich bijvoeglijk naamwoord
-
entzückend bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (mignon; à ravir)
niedlich; süß; bildhübsch-
niedlich bijvoeglijk naamwoord
-
süß bijvoeglijk naamwoord
-
bildhübsch bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (charmant; gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; adorable; attirant; séduisant; gentiment; aimable; accueillant; alléchant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante)
freundlich; sympathisch; nett; schön; hübsch; gesellig; angenehm; lieblich; charmant; anmutig; zierlich; entzückend; allerliebst; herzlich; liebenswürdig; reizend; gutartig; niedlich; bezaubernd; freundschaftlich; hold; goldig; herzgewinnend-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
nett bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
lieblich bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich bijvoeglijk naamwoord
-
entzückend bijvoeglijk naamwoord
-
allerliebst bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
gutartig bijvoeglijk naamwoord
-
niedlich bijvoeglijk naamwoord
-
bezaubernd bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
hold bijvoeglijk naamwoord
-
goldig bijvoeglijk naamwoord
-
herzgewinnend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (mignon)
-
ravissant (séduisant; attractif; attirant; charmant; attrayant; tentant; beau; mignon; alléchant; joli; belle; mignonne; adorable; d'une manière attrayante; d'une manière charmante)
verlockend; attraktiv; reizvoll; einladend; reizend; schön; anziehend; hübsch; anmutig; schmackhaft; anmutsvoll; zierlich-
verlockend bijvoeglijk naamwoord
-
attraktiv bijvoeglijk naamwoord
-
reizvoll bijvoeglijk naamwoord
-
einladend bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
anziehend bijvoeglijk naamwoord
-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
schmackhaft bijvoeglijk naamwoord
-
anmutsvoll bijvoeglijk naamwoord
-
zierlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravissant (adorable; aimable; gracieux; mignon; on ne peut plus charmant; joli; gracieusement; séduisant; d'une manière charmante)
hübsch; allerliebst; schön; reizend; entzückend; charmant; anmutig; graziös; sehr gefallig-
hübsch bijvoeglijk naamwoord
-
allerliebst bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
reizend bijvoeglijk naamwoord
-
entzückend bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
graziös bijvoeglijk naamwoord
-
sehr gefallig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ravissant:
Synoniemen voor "ravissant":
Wiktionary: ravissant
ravissant
adjective
ravissant
-
(figuré) Qui transporter d’admiration.
- ravissant → allerliebst; anmutig; hold; lieblich; reizend; charmant; bezauberend; entzückend
ravir:
ravir werkwoord (ravis, ravit, ravissons, ravissez, ravissent, ravissais, ravissait, ravissions, ravissiez, ravissaient, ravîmes, ravîtes, ravirent, ravirai, raviras, ravira, ravirons, ravirez, raviront)
-
ravir (enlever; kidnapper)
-
ravir (ensorceler; charmer; enchanter)
Conjugations for ravir:
Présent
- ravis
- ravis
- ravit
- ravissons
- ravissez
- ravissent
imparfait
- ravissais
- ravissais
- ravissait
- ravissions
- ravissiez
- ravissaient
passé simple
- ravis
- ravis
- ravit
- ravîmes
- ravîtes
- ravirent
futur simple
- ravirai
- raviras
- ravira
- ravirons
- ravirez
- raviront
subjonctif présent
- que je ravisse
- que tu ravisses
- qu'il ravisse
- que nous ravissions
- que vous ravissiez
- qu'ils ravissent
conditionnel présent
- ravirais
- ravirais
- ravirait
- ravirions
- raviriez
- raviraient
passé composé
- ai ravi
- as ravi
- a ravi
- avons ravi
- avez ravi
- ont ravi
divers
- ravis!
- ravissez!
- ravissons!
- ravi
- ravissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor ravir:
Synoniemen voor "ravir":
Computer vertaling door derden: