Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: intimité

Franse en Duitse zoekresultaten voor: intimité

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

intimité:
- Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit; Behaglichkeit; Intimität; Privatleben; Vertraulichkeit; Innigkeit; Vertrautheit
Wiktionary:
- intimité → Intimität, Zusammensein, Gemütlichkeit
- intimité → Intimität, Zurückgezogenheit, Privatsphäre

Frans

Uitgebreide vertaling voor intimité (Frans) in het Duits

intimité:

intimité [la ~] zelfstandig naamwoord

l'intimité (ambiance agréable; intimité familiale; confort)
die Gemütlichkeit; die Geselligkeit; die Häuslichkeit; die Behaglichkeit; die Intimität
- Gemütlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geselligkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Häuslichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Behaglichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intimität [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intimité (vie privée)
Privatleben
- Privatleben [das ~] zelfstandig naamwoord
l'intimité (tendresse)
die Vertraulichkeit; die Intimität; die Innigkeit; die Vertrautheit
- Vertraulichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intimität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Innigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Vertrautheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intimité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Behaglichkeit	ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale	aisance; aise; bien-être; commodité; confort; facilité; indulgence
Gemütlichkeit	ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale	aisance; aise; bien-être; commodité; confort; facilité; indulgence
Geselligkeit	ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale	allégresse; badinage; belle humeur; bien-être; blague; bonne humeur; bordel; bouffonnerie; bousculade; bêtise; chahut; charivari; cocasserie; cohue; confort; cris d'allégresse; effervescence; enjouement; farce; folie; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisanterie; plaisir; presse; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; tumulte; vacarme; émoi
Häuslichkeit	ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale	attachement au foyer; bien-être; confort; intimité familiale; vie de famille
Innigkeit	intimité; tendresse	douceur; passion; tendresse
Intimität	ambiance agréable; confort; intimité; intimité familiale; tendresse
Privatleben	intimité; vie privée
Vertraulichkeit	intimité; tendresse	confidentialité
Vertrautheit	intimité; tendresse	familiarité

Synoniemen voor "intimité":

familiarité; camaraderie; amitié; fréquentation; désinvolture; liberté; effronterie; simplicité; liaison; union; secret; privé; subconscient; infraliminal; subliminal; inconscient; intériorité; profondeurs; tréfonds; coeur; sous-sol

Wiktionary: intimité

intimité

noun

qualité de ce qui est intime
- intimité → Intimität; Zusammensein

intimité

noun

ruhige, unehrgeizige Herangehensweise
- Gemütlichkeit → intimité

Cross Translation:

From	To	Via
• intimité	→ Intimität	↔ intimacy — feeling of closeness and openness towards someone else
• intimité	→ Zurückgezogenheit; Privatsphäre	↔ privacy — state of being private

Verwante vertalingen van intimité