Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. malchance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor malchance (Frans) in het Duits

malchance:

malchance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la malchance (échec; contretemps; difficultés; )
    Mißgeschick; Pech; die Widerwärtigkeiten

Vertaal Matrix voor malchance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mißgeschick adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec adversité; contretemps; détresse; indigence; infortunes; malheur; misère; nécessité; pauvreté; tristesse
Pech adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec brai; calamité; catastrophe; désastre; malheur; mésaventure; poix
Widerwärtigkeiten adversité; besoin; calamité; catastrophe; contre-temps; contretemps; danger; difficultés; déboires; désastre; détresse; déveine; ennuis; infortune; malchance; malheur; mauvaise fortune; misère; mésaventure; revers; échec accident

Synoniemen voor "malchance":


Wiktionary: malchance

malchance malchance
noun
  1. ohne Plural: Misserfolg, unglücklicher Zufall

Cross Translation:
FromToVia
malchance Unglück; Pech bad luck — misfortune
malchance Pech misfortune — bad luck
malchance Unannehnlichkeiten tegenspoed — ongeluk, onfortuinlijk
malchance Pech pech — de conditie waarin er tegenslag te verwerken is die niet door eigen schuld veroorzaakt is



Duits

Uitgebreide vertaling voor malchance (Duits) in het Frans