Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Zoek: épancher

Franse en Duitse zoekresultaten voor: épancher

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

épancher:
- gießen; vergießen; verschwenden; vergeuden; vertun; kleckern

Frans

Uitgebreide vertaling voor épancher (Frans) in het Duits

épancher:

épancher werkwoord

épancher (verser; répandre; épandre; faire couler)
gießen; vergießen; verschwenden; vergeuden; vertun; kleckern
- gießen werkwoord (gieße, gießt, goß, goßt, gegossen)
- vergießen werkwoord (vergieße, vergießest, vergießt, vergoß, vergoßt, vergossen)
- verschwenden werkwoord (verschwende, verschwendest, verschwendet, verschwendete, verschwendetet, verschwendet)
- vergeuden werkwoord (vergeude, vergeudest, vergeudet, vergeudete, vergeudetet, vergeudet)
- vertun werkwoord (vertue, vertuest, vertut, vertat, vertan)
- kleckern werkwoord (kleckere, kleckerst, kleckert, kleckerte, kleckertet, gekleckert)

Vertaal Matrix voor épancher:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gießen	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	accorder; ajouter en versant; avantager; bourrer; céder; donner; donner cadeau; emplir; faire présent de; faire un don; favoriser; gratifier; offrir; pleuvoir à flots; pleuvoir à sceaux; pleuvoir à torrents; pleuvoir à verse; privilégier; remettre en versant; remplir; remplir les verres à nouveau; transvaser; verser; verser dans; verser encore un peu
kleckern	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	faire des taches; musarder; niaiser; salir; tacher
vergeuden	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	claquer son argent; dilapider; dissiper; dépenser follement; gaspiller; gâcher; jeter
vergießen	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	dissiper; dépenser follement; gaspiller; gâcher
verschwenden	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	bazarder; claquer son argent; dilapider; dissiper; dépenser; dépenser follement; gaspiller; gâcher; jeter
vertun	faire couler; répandre; verser; épancher; épandre	bousiller; claquer son argent; dilapider; dissiper; dépenser follement; gaspiller; gâcher; jeter

Synoniemen voor "épancher":

déverser; verser; répandre; épandre; évacuer; extravaser; exsuder; sécréter; distiller; élaborer; filtrer

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van épancher