Exercice: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

exercice:
- Übung; Training; Ausbildung; Fingerübung; Schulung; Geschäftsjahr; Ausübung; Praxis; Arztpraxis; Erfahrung; Geübtheit; Routine; Rettungsbootübung; Körperübung
Wiktionary:
- exercice → Exerzitium, Übung, Exerzieren, Üben, Einüben, Geschäftsjahr
- exercice → Drill, Übung, Training, Sport

Frans

Uitgebreide vertaling voor exercice (Frans) in het Duits

exercice:

exercice [le ~] zelfstandig naamwoord

l'exercice (exercice d'assouplissement)
die Übung; Training; die Ausbildung; die Fingerübung; die Schulung
- Übung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Training [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ausbildung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fingerübung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schulung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice
Geschäftsjahr
- Geschäftsjahr [das ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice (pratique)
die Ausübung
- Ausübung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice (cabinet de médecin; pratique; entraînement; formation; étude)
die Praxis; die Arztpraxis
- Praxis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Arztpraxis [die ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice (routine; expérience; pratique; savoir-faire; entraînement; étude; formation)
die Erfahrung; die Praxis; die Geübtheit; die Routine
- Erfahrung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Praxis [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geübtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Routine [die ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice (exercice de contrôle)
die Rettungsbootübung
- Rettungsbootübung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'exercice (exercice physique)
die Körperübung
- Körperübung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exercice:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Arztpraxis	cabinet de médecin; entraînement; exercice; formation; pratique; étude
Ausbildung	exercice; exercice d'assouplissement	cultivation; développement; enseignement; entraînement; formation; formation écolière; instruction; mise à niveau; éducation
Ausübung	exercice; pratique	accomplissement; acte; activité; exécution; fonction; opération; performance; pratique; prestation; rendement; réalisation
Erfahrung	entraînement; exercice; expérience; formation; pratique; routine; savoir-faire; étude	ce qui a été trouvé en résultat d'une expérience; cercle; direction; expérience; ronde; route; résultat; tour
Fingerübung	exercice; exercice d'assouplissement	exercice d'assouplissement; exercice d'habileté; exercice de doigté
Geschäftsjahr	exercice
Geübtheit	entraînement; exercice; expérience; formation; pratique; routine; savoir-faire; étude
Körperübung	exercice; exercice physique
Praxis	cabinet de médecin; entraînement; exercice; expérience; formation; pratique; routine; savoir-faire; étude	expérience pratique
Rettungsbootübung	exercice; exercice de contrôle
Routine	entraînement; exercice; expérience; formation; pratique; routine; savoir-faire; étude	direction; route; routine; train-train
Schulung	exercice; exercice d'assouplissement	enseignement; entraînement; formation; formation écolière; instruction; mise à niveau; éducation
Training	exercice; exercice d'assouplissement	apprentissage; entraînement; formation; instruction; mise à niveau; éducation
Übung	exercice; exercice d'assouplissement

Synoniemen voor "exercice":

activité; allant; entrain; ardeur; empressement; animation; occupation; emploi; fonction; place; entraînement; engrenage; chaleur; étude; article; traité; attention; agence; recherche; travail; sport; amusement; jeu; vocalise; trilles; virtuosité

Wiktionary: exercice

exercice

noun

action d’exercer ou de s’exercer.
- exercice → Exerzitium; Übung; Exerzieren; Üben; Einüben
Année financière
- exercice → Geschäftsjahr

Cross Translation:

From	To	Via
• exercice	→ Drill	↔ drill — exercise
• exercice	→ Übung	↔ exercise — any activity designed to develop or hone a skill or ability
• exercice	→ Übung; Training; Sport	↔ exercise — physical activity intended to improve strength and fitness
• exercice	→ Übung	↔ oefening — test om de kennis te peilen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van exercice

Remove Ads

Franse en Duitse zoekresultaten voor: exercice

Uitgebreide vertaling voor exercice (Frans) in het Duits

exercice:

exercice [le ~] zelfstandig naamwoord

l'exercice (exercice d'assouplissement)

l'exercice

l'exercice (pratique)

l'exercice (cabinet de médecin; pratique; entraînement; formation; étude)

l'exercice (routine; expérience; pratique; savoir-faire; entraînement; étude; formation)

l'exercice (exercice de contrôle)

l'exercice (exercice physique)

Vertaal Matrix voor exercice:

Synoniemen voor "exercice":

Wiktionary: exercice

Verwante vertalingen van exercice