Overzicht
Frans naar Duits: Meer gegevens...
- volant:
-
voler:
- fliegen; mit das Flugzeug reisen; stehlen; klauen; wegschnappen; rauben; hängen; schweben; gleiteen; fortschleppen; entnehmen; abnehmen; wegnehmen; wegholen; fortnehmen; abhandenmachen; entwenden; hinterziehen; veruntreuen; verheimlichen; sich aneignen; zurückbehalten; zurückhalten; unterschlagen; verhehlen; überfallen; plündern; ausrauben; ausplündern; abstäuben; enteignen; abstauben; wappern; flattern; stäuben; lenken; steuern; befahren; navigieren
- Wiktionary:
Duits naar Frans: Meer gegevens...
Frans
Uitgebreide vertaling voor volant (Frans) in het Duits
volant:
Vertaal Matrix voor volant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schwungrad | volant | |
Schwungräder | volant | volants d'entraînement |
Volant | bande; froufrou; volant | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fliegend | volant |
Synoniemen voor "volant":
Wiktionary: volant
volant
Cross Translation:
noun
volant
-
Roue pour diriger une automobile
- volant → Lenkrad
noun
-
Vorrichtung zum Lenken eines Fahrzeuges
-
Vorrichtung zum Steuern von Fahrzeugen
-
Einrichtung zum Steuern eines Fahrzeuges
-
leichtes, konisches Sportgerät, mit einer Spitze auf Kork oder Gummi, in der kreisförmig echte Federn oder solche aus Plastik stecken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• volant | → Schwungrad | ↔ flywheel — a rotating mass used to maintain the speed of a machine within certain limits while the machine receives or releases energy at a varying rate |
• volant | → Federball | ↔ shuttlecock — badminton ball |
• volant | → Lenkrad | ↔ steering wheel — wheel-shaped control |
• volant | → Lenkrad | ↔ wheel — steering wheel and its implied control of a vehicle |
• volant | → Steuer | ↔ stuur — een hulpmiddel waarmee een bestuurder richting kan geven aan een voertuig |
voler:
voler werkwoord (vole, voles, volons, volez, volent, volais, volait, volions, voliez, volaient, volai, volas, vola, volâmes, volâtes, volèrent, volerai, voleras, volera, volerons, volerez, voleront)
-
voler (voyager par avion)
-
voler (dérober; piquer; chiper; subtiliser)
stehlen; klauen; wegschnappen; rauben-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
voler (flotter; planer)
-
voler (enlever; dépouiller; détrousser; dévaliser)
fortschleppen; entnehmen; abnehmen; wegnehmen; wegholen; fortnehmen-
fortschleppen werkwoord (schleppe fort, schleppst fort, schleppt fort, schleppte fort, schlepptet fort, fortgeschleppt)
-
-
voler (enlever; prendre; chiper; dérober; retirer; piquer; ôter; barboter; faucher; marauder; piller; rafler; subtiliser; choper; s'emparer)
stehlen; klauen; abhandenmachen; rauben; wegnehmen; entwenden; hinterziehen; wegschnappen; veruntreuen-
abhandenmachen werkwoord
-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
voler (dérober; subtiliser)
stehlen; klauen; entwenden; hinterziehen; rauben; wegschnappen; verheimlichen; sich aneignen; zurückbehalten; zurückhalten; unterschlagen; verhehlen; veruntreuen-
hinterziehen werkwoord (ziehe hinter, ziehst hinter, zieht hinter, zog hinter, zogt hinter, hintergezogen)
-
wegschnappen werkwoord (schnappe weg, schnappst weg, schnappt weg, schnappte weg, schnapptet weg, weggeschnappt)
-
verheimlichen werkwoord (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
-
sich aneignen werkwoord
-
zurückbehalten werkwoord (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)
-
zurückhalten werkwoord (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
-
unterschlagen werkwoord (unterschlage, unterschlägst, unterschlägt, unterschlug, unterschlugt, unterschlagen)
-
voler (dérober; piller)
überfallen; rauben; plündern; ausrauben; ausplündern-
ausplündern werkwoord (plündere aus, plünderst aus, plündert aus, plünderte aus, plündertet aus, ausgeplündert)
-
voler
-
voler (dérober)
-
voler (arracher; piquer; dérober)
-
voler (dérober; priver de; retirer; enlever; ne pas suffire à; priver; prendre; subtiliser)
-
voler (flotter au vent; voltiger; venter; voleter; s'envoler; faire du vent)
-
voler (soulever la poussière; poudroyer; s'envoler en poussière)
-
voler (dépouiller; piller; dévaliser)
rauben; stehlen; ausrauben; plündern; ausplündern-
ausplündern werkwoord (plündere aus, plünderst aus, plündert aus, plünderte aus, plündertet aus, ausgeplündert)
-
voler (piloter un avion; piloter)
Conjugations for voler:
Présent
- vole
- voles
- vole
- volons
- volez
- volent
imparfait
- volais
- volais
- volait
- volions
- voliez
- volaient
passé simple
- volai
- volas
- vola
- volâmes
- volâtes
- volèrent
futur simple
- volerai
- voleras
- volera
- volerons
- volerez
- voleront
subjonctif présent
- que je vole
- que tu voles
- qu'il vole
- que nous volions
- que vous voliez
- qu'ils volent
conditionnel présent
- volerais
- volerais
- volerait
- volerions
- voleriez
- voleraient
passé composé
- ai volé
- as volé
- a volé
- avons volé
- avez volé
- ont volé
divers
- vole!
- volez!
- volons!
- volé
- volant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor voler:
Synoniemen voor "voler":
Wiktionary: voler
voler
Cross Translation:
verb
voler
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voler | → fliegen | ↔ fly — to travel through air |
• voler | → stehlen; rauben | ↔ heist — to steal, rob or hold up something |
• voler | → rauben | ↔ rob — to steal from, using violence |
• voler | → segeln | ↔ sail — to move briskly and gracefully through the air |
• voler | → klauen; stehlen | ↔ snatch — to steal |
• voler | → stehlen; entwenden; klauen | ↔ steal — to illegally take possession of |
• voler | → stahl; stahlst; stahlen; stahlt | ↔ stole — simple past of to steal |
• voler | → stehlen | ↔ thieve — commit theft |
• voler | → fliegen | ↔ vliegen — zich door de lucht voortbewegen |
• voler | → stehlen | ↔ stelen — iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen |
• voler | → klauen | ↔ pikken — iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen |
• voler | → fliegen über | ↔ overvliegen — van de ene afdeling naar de volgende gaan, bijvoorbeeld bij scouting |
Verwante vertalingen van volant
Duits
Uitgebreide vertaling voor volant (Duits) in het Frans
Volant:
-
der Volant
Vertaal Matrix voor Volant:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bande | Volant | Ansammlung; Band; Bande; Banderole; Binde; Blende; Clan; Clique; Freundeskreis; Haufen; Horde; Kette; Koterie; Leine; Linie; Meute; Paar; Reihe; Schlagseite; Schlange; Serie; Spielband; Streifchen; Streifen; Strich; Tafelschen; Verband; Zeile; Zusammenrottung; zwei Personen die zusammen gehören |
froufrou | Volant | Geknister; Geraschel; Geräusch; Gesause; Rauschen; Sausen |
volant | Volant | Schwungrad; Schwungräder |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bande | Band | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
volant | fliegend |