Château: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

château:
- Burgschloß; Ritterschloß; Burg; Schloß; Fort; Zitadelle
Wiktionary:
- château → Schloß, Schloss, Burg, Kastell, Chateau
- château → Burg, Festung, Schloss, Kastell

Duits naar Frans: Meer gegevens...

château:
- Wiktionary:
  Chateau → château
- Synoniemen voor "Chateau":
  Palais; Palast; Prachtbau; Schloss; Villa; Bau; Bauwerk; Gebäude; Gemäuer

Frans

Uitgebreide vertaling voor château (Frans) in het Duits

château:

château [le ~] zelfstandig naamwoord

le château (citadelle; forteresse; bastion; château fort; fort; palais)
Burgschloß; Ritterschloß; die Burg
- Burgschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ritterschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Burg [die ~] zelfstandig naamwoord
le château (citadelle; fort; château fort; forteresse)
der Schloß; Fort; Ritterschloß; Burgschloß; die Burg; die Zitadelle
- Schloß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ritterschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Burgschloß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Burg [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zitadelle [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor château:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Burg	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais
Burgschloß	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais	cadenas de vélo; serrure
Fort	château; château fort; citadelle; fort; forteresse	bastion; cadenas de vélo; citadelle; forteresse; fortification; rempart; renforcement; serrure
Ritterschloß	bastion; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais	cadenas de vélo; serrure
Schloß	château; château fort; citadelle; fort; forteresse	serrure; serrure de porte; verrou
Zitadelle	château; château fort; citadelle; fort; forteresse	citadelle

Synoniemen voor "château":

manoir; réservoir; citadelle; forteresse; bastille; fort; donjon; fortin; fortification; abri; bastion; bastide; blockhaus; casemate; enceinte; redoute; palais; palace; castel; résidence; édifice; tribunal; vignoble; clos; coteau; cru; vin

Wiktionary: château

château

noun

Forteresse entourée de tours et de bastions
- château → Schloß; Schloss; Burg; Kastell

château

noun

Pl.1 prunkvolles und repräsentatives Wohngebäude, meistens von Adelsfamilien
- Schloss → château
französisches Schloss
- Chateau → château
mittelalterlicher, befestigter Wohn- und Verteidigungsbau
- Burg → château fort; château

Cross Translation:

From	To	Via
• château	→ Burg; Festung; Schloss	↔ castle — fortified building
• château	→ Kastell; Schloss	↔ slot — een middeleeuwse versterkte woning

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van château

Duits

Uitgebreide vertaling voor château (Duits) in het Frans

Chateau:

Synoniemen voor "Chateau":

Palais; Palast; Prachtbau; Schloss; Villa; Bau; Bauwerk; Gebäude; Gemäuer

Wiktionary: Chateau

Chateau

noun

französisches Schloss
- Chateau → château

Computer vertaling door derden:

Franse en Duitse zoekresultaten voor: château

Uitgebreide vertaling voor château (Frans) in het Duits

château:

château [le ~] zelfstandig naamwoord

le château (citadelle; forteresse; bastion; château fort; fort; palais)

le château (citadelle; fort; château fort; forteresse)

Vertaal Matrix voor château:

Synoniemen voor "château":

Wiktionary: château

Verwante vertalingen van château

Uitgebreide vertaling voor château (Duits) in het Frans

Chateau:

Synoniemen voor "Chateau":

Wiktionary: Chateau