Ingresos: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

ingresos:
- inkomst; statsinkomster; lön; betalning; avlöning; inträde; intäkt; intäkter
Wiktionary:
- ingresos → inkomst

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ingresos (Spaans) in het Zweeds

el ingresos (ganancias; sueldo; renta; salario; honorarios; paga; méritos; mensualidad; entradas)
inkomst
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
el ingresos (ganancias)
statsinkomster
- statsinkomster zelfstandig naamwoord
el ingresos (salario; sueldo; gajes; renta; entradas; honorarios)
lön; inkomst; betalning
- lön [-en] zelfstandig naamwoord
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
- betalning [-en] zelfstandig naamwoord
el ingresos (salario; honorario; sueldo; gajes; compensación; mensualidad)
lön; inkomst; betalning; avlöning
- lön [-en] zelfstandig naamwoord
- inkomst [-en] zelfstandig naamwoord
- betalning [-en] zelfstandig naamwoord
- avlöning [-en] zelfstandig naamwoord
el ingresos (tomas de posesión; comienzos)
inträde
- inträde [-ett] zelfstandig naamwoord
el ingresos (ingreso)
intäkt; intäkter
- intäkt
- intäkter

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avlöning	compensación; gajes; honorario; ingresos; mensualidad; salario; sueldo	pago; salario; sueldo
betalning	compensación; entradas; gajes; honorario; honorarios; ingresos; mensualidad; renta; salario; sueldo	ajuste de cuentas; carga; desembolso; justificación; liberar completamente; liquidar; llenar; pago; satisfacción; sueldo
inkomst	compensación; entradas; gajes; ganancias; honorario; honorarios; ingresos; mensualidad; méritos; paga; renta; salario; sueldo	entradas; honorarios; renta; salario; sueldo
inträde	comienzos; entrada; ingresos; tomas de posesión	acceso; admisión; aparición; aprobación; comparación; entrada; entrada de un barco; forma de aparecer; grabaciones; grabación; hospitalización; ingreso; inserción; llegada; paso; precio de entrada; recaudación; recepción
lön	compensación; entradas; gajes; honorario; honorarios; ingresos; mensualidad; renta; salario; sueldo	asalariamiento; desembolso; desquite; honorario; paga; pago; reembolso de gastos; salario; sueldo
statsinkomster	ganancias; ingresos	ingresos estatales; ingresos públicos
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
intäkt	ingreso; ingresos
intäkter	ingreso; ingresos
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
intäkt		ingreso

bienes; riqueza; capital; caudal; fondos; fortuna; posesiones; haberes; intereses; acervo; beneficios; heredad; herencia; medios; patrimonio; peculio; pertenencias; posibles; recursos; rentas; dinero; hacienda; provecho; favor; socorro

Cross Translation:

From	To	Via
• ingresos	→ inkomst	↔ Einkommen — das Geld, das jemand in einem bestimmten Zeitraum bekommt, meist als Lohn, Gehalt oder als Gewinn aus Geschäften; Einkünfte