Vigencia in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

vigencia:
- giltighet; laga kraft; laglig rätt; legitimitet; rättmätighet; bestämdhet; fysisk disposition; styrka; omfång
Wiktionary:
- vigencia → hållbarhet

Spaans

Uitgebreide vertaling voor vigencia (Spaans) in het Zweeds

la vigencia (plazo de validez; validez; plazo de vigencia)
giltighet; laga kraft
- giltighet [-en] zelfstandig naamwoord
- laga kraft zelfstandig naamwoord
la vigencia (validez)
laglig rätt; legitimitet; rättmätighet
- laglig rätt zelfstandig naamwoord
- legitimitet [-en] zelfstandig naamwoord
- rättmätighet [-en] zelfstandig naamwoord
la vigencia (validez)
bestämdhet
- bestämdhet [-en] zelfstandig naamwoord
la vigencia (validez)
fysisk disposition
- fysisk disposition zelfstandig naamwoord
la vigencia (poder; vigor; fuerza; capacidad; dominio; fortaleza; potencia; potencial; energía; dinamismo; vitalidad; autoridad; potestad)
styrka
- styrka [-en] zelfstandig naamwoord
la vigencia (duración)
omfång
- omfång [-ett] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestämdhet	validez; vigencia	decisión; determimación; determinación; empeño; fijeza; firmeza; indisolubilidad; seguridad; solidez
fysisk disposition	validez; vigencia
giltighet	plazo de validez; plazo de vigencia; validez; vigencia
laga kraft	plazo de validez; plazo de vigencia; validez; vigencia
laglig rätt	validez; vigencia
legitimitet	validez; vigencia	legitimidad
omfång	duración; vigencia	adición; añadido; añadidura; hinchazón; proporción; ámbito; ámbito de búsqueda; ámbito de personalización
rättmätighet	validez; vigencia
styrka	autoridad; capacidad; capacidad de trabajo; capacidad laboral; dinamismo; dominio; eficacia; energía; entusiasmo; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; poder; potencia; potencial; potestad; valentía; validez; vigencia; vigor; vitalidad	achaparradura; dinamismo; ejército; energía; fortaleza; fuerza; fuerza muscular; fuerzas armadas; fuerzas militares; grupo de trabajo; reconchura; tropas; vitalidad

Cross Translation:

From	To	Via
• vigencia	→ hållbarhet	↔ shelf life — the length of time a product will last without deteriorating