Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor validez (Spaans) in het Zweeds

validez:

validez [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la validez (vigencia)
    laglig rätt; legitimitet; rättmätighet
  2. la validez (vigencia)
    bestämdhet
  3. la validez (vigencia)
    fysisk disposition
  4. la validez (vigor; vigencia; valentía; )
    styrka
    • styrka [-en] zelfstandig naamwoord
  5. la validez (vigencia; plazo de validez; plazo de vigencia)
    giltighet; laga kraft
  6. la validez
    validitet

Vertaal Matrix voor validez:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestämdhet validez; vigencia decisión; determimación; determinación; empeño; fijeza; firmeza; indisolubilidad; seguridad; solidez
fysisk disposition validez; vigencia
giltighet plazo de validez; plazo de vigencia; validez; vigencia
laga kraft plazo de validez; plazo de vigencia; validez; vigencia
laglig rätt validez; vigencia
legitimitet validez; vigencia legitimidad
rättmätighet validez; vigencia
styrka capacidad de trabajo; capacidad laboral; eficacia; energía; entusiasmo; fortaleza; fuerza; ganas de trabajar; valentía; validez; vigencia; vigor; vitalidad achaparradura; autoridad; capacidad; dinamismo; dominio; ejército; energía; fortaleza; fuerza; fuerza muscular; fuerzas armadas; fuerzas militares; grupo de trabajo; poder; potencia; potencial; potestad; reconchura; tropas; vigencia; vigor; vitalidad
validitet validez

Verwante woorden van "validez":

  • valideces

Synoniemen voor "validez":


Wiktionary: validez


Cross Translation:
FromToVia
validez giltighet validiteitgeldigheid

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van validez