Spaans
Uitgebreide vertaling voor unido (Spaans) in het Zweeds
unido:
-
unido
förenat; sammanfogat; hopfästad; sammanfogad; fästat; hopfästat-
förenat bijvoeglijk naamwoord
-
sammanfogat bijvoeglijk naamwoord
-
hopfästad bijvoeglijk naamwoord
-
sammanfogad bijvoeglijk naamwoord
-
fästat bijvoeglijk naamwoord
-
hopfästat bijvoeglijk naamwoord
-
-
unido
-
unido
uppklistrat; fastklistrad; fastklistrat-
uppklistrat bijvoeglijk naamwoord
-
fastklistrad bijvoeglijk naamwoord
-
fastklistrat bijvoeglijk naamwoord
-
-
unido (combinado; coherente; colectivo; reunido)
forma en enhet-
forma en enhet bijvoeglijk naamwoord
-
-
unido (seguido; consecutivo; junto con; compacto)
-
unido (consecutivo; seguido)
sammanlänkat; ihopkopplat; hopfogat; förbundet med varandra; hopfogad; ihopkopplad-
sammanlänkat bijvoeglijk naamwoord
-
ihopkopplat bijvoeglijk naamwoord
-
hopfogat bijvoeglijk naamwoord
-
förbundet med varandra bijvoeglijk naamwoord
-
hopfogad bijvoeglijk naamwoord
-
ihopkopplad bijvoeglijk naamwoord
-
-
unido (unánime; solidariamente; al unísono; unísono; colectivo; solidario; unánimemente; de forma unánime)