Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tic:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tic (Spaans) in het Zweeds

tic:

tic [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tic (tic nervioso)
    nervryck
  2. el tic (característica; peculiaridad de carácter; rasgo; )
    karaktärsdrag
  3. el tic (manía)
    hyffs
    • hyffs zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hyffs manía; tic
karaktärsdrag característica; peculiaridad; peculiaridad de carácter; rasgo; rasgo característico; rasgo de carácter; tic; tic característico caracterización; característica; rasgo característico; rasgo de carácter; tipificación
nervryck tic; tic nervioso

Verwante woorden van "tic":

  • tics

Synoniemen voor "tic":


Verwante vertalingen van tic