Spaans
Uitgebreide vertaling voor tenaza (Spaans) in het Zweeds
tenaza:
-
la tenaza (alicate)
Vertaal Matrix voor tenaza:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kirurgisk tång | alicate; tenaza | |
pincett | alicate; tenaza | alicates; arpía; bruja; pinzas; tenazas; tenazas para doblar |
Verwante woorden van "tenaza":
Wiktionary: tenaza
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tenaza | → hovtång | ↔ Kneifzange — Werkzeug: Zange, mit der man Nägel oder Dübel aus der Wand oder einem Brett ziehen kann |
• tenaza | → tång | ↔ Zange — ein Werkzeug aus zwei ineinandergreifenden Backen, welche nach unten hin für die händische Bedienung als Schenkel verlängert sind |
• tenaza | → tång; hovtång; kniptång | ↔ pincers — gripping tool |
tenaz:
-
tenaz (obstinado; adusto; impenetrable; pedante; hosco; duro; cerrado; firme; tieso; tozudo; fijo; testarudo; austero; terco; recio; intransigente; taciturno; empeñado; arisco; tedioso; cabezudo; refractario; hermético; porfiado; pertinaz; hirsuto; empecinado; tesonero; inflexible; contumaz; reacio a)
-
tenaz (rebelde; adusto; inmanejable; obstinado; testarudo; reacio a; áspero; tozudo; empeñado; cabezudo; refractario; desabrido; pertinaz; empecinado; recalcitrante; tesonero; intratable; contumaz; ingobernable; indócil)
ihållande; obstinat; egensinnig; hårdnackad; ihållandet; egensinnigt; motspänstigt; hårdnackat-
ihållande bijvoeglijk naamwoord
-
obstinat bijvoeglijk naamwoord
-
egensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
hårdnackad bijvoeglijk naamwoord
-
ihållandet bijvoeglijk naamwoord
-
egensinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
motspänstigt bijvoeglijk naamwoord
-
hårdnackat bijvoeglijk naamwoord
-
-
tenaz (muy afilado; fijo; liso; envarado; hosco; picudo; torpe; afilado; cortante; ceñido; chillón; agudo; áspero; rígido; severo; penoso; apretado; austero; tieso; picante; nítido; tajante; adusto; hiriente; espabilado; estirado; mordaz; arisco; acre; vehemente; puntiagudo; acerado; parsimonioso; perspicaz; punzante; penetrante; hirsuto; encarnizado; cáustico; anquilosado; aguijoneador; afrentoso)
-
tenaz (obstinado; caprichoso; tozudo; contumaz; tesonero)
gensträvigt; vrång; gensträvig; vrångt; halsstarrigt-
gensträvigt bijvoeglijk naamwoord
-
vrång bijvoeglijk naamwoord
-
gensträvig bijvoeglijk naamwoord
-
vrångt bijvoeglijk naamwoord
-
halsstarrigt bijvoeglijk naamwoord
-