Temor in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide vertaling voor temor (Spaans) in het Zweeds

el temor (angustia; miedo; susto; terror; timidez)
räddsla; ängsla
- räddsla zelfstandig naamwoord
- ängsla [-en] zelfstandig naamwoord
el temor (timidez; empacho; cobardía)
blyghet
- blyghet [-en] zelfstandig naamwoord
el temor (miedo; cobardía; inquietud; recelo; timidez; empacho; insipidez; sosería)
fara; ängsla
- fara [-ett] zelfstandig naamwoord
- ängsla [-en] zelfstandig naamwoord
el temor (angustia; miedo; timidez; susto; embarazo; terror; empacho; esquivez; carácter huraño)
frukta; ängsla
- frukta [-en] zelfstandig naamwoord
- ängsla [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blyghet	cobardía; empacho; temor; timidez	carácter cerrado; carácter huraño; embarazo; empacho; encogido; esquivez; incomodidad; recato; retraimiento; timidez
fara	cobardía; empacho; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; temor; timidez	amenaza; peligro
frukta	angustia; carácter huraño; embarazo; empacho; esquivez; miedo; susto; temor; terror; timidez
räddsla	angustia; miedo; susto; temor; terror; timidez
ängsla	angustia; carácter huraño; cobardía; embarazo; empacho; esquivez; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; susto; temor; terror; timidez
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fara		acobardarse por; arredrarse ante; estar preocupado; temer; tener miedo
frukta		acobardarse por; dudar; estar inquieto por; estar preocupado; temer por; tener miedo

Cross Translation:

From	To	Via
• temor	→ rädsla; skräck	↔ fear — uncountable: emotion caused by actual or perceived danger or threat
• temor	→ fruktan	↔ Furcht — Emotion angesichts drohender Gefahr
• temor	→ ångest; rädsla	↔ Angst — Gefühl der (existentiellen) Furcht oder Sorge, etwa bei einer Bedrohung
• temor	→ fruktan; rädsla	↔ crainte — Action de craindre