Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sablazo:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sablazo (Spaans) in het Zweeds

sablazo:

sablazo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sablazo (azada; hachazo)
    hugg; skåra; djupt sår
    • hugg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skåra [-en] zelfstandig naamwoord
    • djupt sår zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sablazo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djupt sår azada; hachazo; sablazo
hugg azada; hachazo; sablazo
skåra azada; hachazo; sablazo abertura; cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; especie de pinzón; filo; gravilla triturada; hendidura; incisión; mella; muesca; muescas; quebradura; rebanada; tajada; tajo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåra cortar; dentellar; entallar; escoplear; grabar; hacer muescas en; hacer un corte; hacer una incisión; hender; picar

Synoniemen voor "sablazo":

  • gorronería
  • mandoble; espadazo

Verwante vertalingen van sablazo