Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rondas:
  2. ronda:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rondas (Spaans) in het Zweeds

rondas:

rondas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rondas (viajes circulares; vueltas; giras; turnos)
    runda
    • runda [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rondas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
runda giras; rondas; turnos; viajes circulares; vueltas juego; partida; turno
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
runda abultado; curso; proceso; redondo

Verwante woorden van "rondas":


ronda:

ronda [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ronda
    rund
    • rund zelfstandig naamwoord
  2. la ronda (turno; marte; paseo; )
    tur; rundresa
    • tur [-en] zelfstandig naamwoord
    • rundresa [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la ronda (trayecto; barrio; paso; )
    väg; sträcka; bana; färd
    • väg [-en] zelfstandig naamwoord
    • sträcka [-en] zelfstandig naamwoord
    • bana [-en] zelfstandig naamwoord
    • färd [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la ronda (círculo; anillo; vuelta; corona; turno)
    cirkel
    • cirkel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ronda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bana barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno carrera profesional; currículum profesional; curso; desarollo; marcha; transcurso
cirkel anillo; corona; círculo; ronda; turno; vuelta agrupación; anillito; anillo; aro; asociación; cerco; club; compañía; cordón circunvalatorio; círculo; esfera; forma circular; forma redonda; grupo; halo; sociedad; unión
färd barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno
rund ronda ciclo; circuito
rundresa etapa; excursión; marcha; marcha hacia adelante; marte; paseo; ronda; rotación; ruta; trayecto; trip; turno excursión en barco; paseo
sträcka barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno lado de la calzada
tur etapa; excursión; marcha; marcha hacia adelante; marte; paseo; ronda; rotación; ruta; trayecto; trip; turno chollo; excursión; fortuna; ganga; golpe de fortuna; golpe de suerte; golpecito de suerte; paseo; pequeña fortuna; recorrido; suerte; ventaja; éxito
väg barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sträcka ajustar; alargar; alcanzar; armar; ceder; contraer; descoyuntar; desquiciar; dislocar; engrapar; estirar; lañar; llegar a; poner cuerdas a; tensar; tirar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rund anular; esférico; fofo; globular; rechoncho; redondeado

Verwante woorden van "ronda":


Synoniemen voor "ronda":