Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. reloj:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor reloj (Spaans) in het Zweeds

reloj:

reloj [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el reloj (péndulo)
    urverk
    • urverk [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. el reloj (reloj de pulsera)
    armbandsur

reloj

  1. reloj (reloj del sistema)
    klocka
    • klocka [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reloj:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armbandsur reloj; reloj de pulsera
klocka reloj; reloj del sistema llamador; timbre
urverk péndulo; reloj
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klocka borbotar; cloquear; fichar

Verwante woorden van "reloj":


Synoniemen voor "reloj":


Wiktionary: reloj


Cross Translation:
FromToVia
reloj klocka; ur clock — instrument to measure or keep track of time
reloj klocka; armbandsur watch — portable or wearable timepiece
reloj armbandsur wristwatch — watch worn on the wrist
reloj ur uurwerk — een mechaniek dat de tijd bijhoudt of aangeeft
reloj klocka UhrInstrument zur Messung der Zeit, Chronometer
reloj klocka; ur horloge — horloge
reloj klocka; ur pendulehorloge d’appartement dont le mouvement régulariser par un pendule.

Verwante vertalingen van reloj