Spaans

Uitgebreide vertaling voor recursos (Spaans) in het Zweeds

recursos:

recursos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el recursos (moneda; dinero; pasta; )
    pengar; slant; penning
    • pengar zelfstandig naamwoord
    • slant [-en] zelfstandig naamwoord
    • penning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el recursos (monedas; céntimos; plata; )
    ören; kronor; småpengar; pengar; mynt
  3. el recursos
    personal

Vertaal Matrix voor recursos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kronor céntimo; céntimos; dinero; guita; monedas; plata; recursos
mynt céntimo; céntimos; dinero; guita; monedas; plata; recursos clavija; espiga; ficha; insignia; moneda; mortero de menta; penique
pengar céntimo; céntimos; dinero; guita; moneda; monedas; mosca; pasta; pelas; plata; recursos Moneda; capital; dinero; finanzas; fondos en caja; fundación; letra capital; moneda; money; riqueza; suma
penning céntimos; dinero; moneda; mosca; pasta; pelas; plata; recursos
personal recursos asalariados; empleados; personal; plantilla
slant céntimos; dinero; moneda; mosca; pasta; pelas; plata; recursos moneda
småpengar céntimo; céntimos; dinero; guita; monedas; plata; recursos
ören céntimo; céntimos; dinero; guita; monedas; plata; recursos

Verwante woorden van "recursos":


Synoniemen voor "recursos":


recursos vorm van recurso:

recurso [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el recurso
    resurs; tillgång; medel
    • resurs [-en] zelfstandig naamwoord
    • tillgång [-en] zelfstandig naamwoord
    • medel [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. el recurso
  3. el recurso
    resurs
    • resurs [-en] zelfstandig naamwoord
  4. el recurso (remedio; arbitrio; medio auxiliar; salida)
    hjälpmedel
  5. el recurso (riqueza; abundancia)
    rikedom; burgenhet

Vertaal Matrix voor recurso:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burgenhet abundancia; recurso; riqueza
gottgörelse med hjälp av lagen recurso
hjälpmedel arbitrio; medio auxiliar; recurso; remedio; salida accesibilidad; dispositivo de accesibilidad; enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
lagsnedel recurso
medel recurso consignas; divisas; diámetros; lemas; medias; promedios
resurs recurso
rikedom abundancia; recurso; riqueza abundancia; grandeza; lujo; magnificencia; plétora; profusión; riqueza; suntuosidad
tillgång recurso abastecimiento; activo; aprovisionamiento; bien; disponibilidad; provision
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medel medio, a

Verwante woorden van "recurso":


Synoniemen voor "recurso":


Wiktionary: recurso


Cross Translation:
FromToVia
recurso tillflykt; tillhåll resort — something or someone turned to for safety
recurso skrivelse writ — A written order
recurso begagnande; bruk; appell recoursaction par laquelle on rechercher de l’assistance, du secours.
recurso läkemedel; medicin remède — médecine|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.

Verwante vertalingen van recursos