Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. recodo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor recodo (Spaans) in het Zweeds

recodo:

recodo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el recodo (curva)
    kurvor
    • kurvor zelfstandig naamwoord
  2. el recodo (quebradura; golpe; fracaso; fractura; rotura)
    brista
    • brista zelfstandig naamwoord
  3. el recodo (inclinación; difracción; codo; )
    böja; kurva
    • böja [-en] zelfstandig naamwoord
    • kurva [-en] zelfstandig naamwoord
  4. el recodo (rotación; revuelta; curva; )
    böjning; vridning

Vertaal Matrix voor recodo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista fracaso; fractura; golpe; quebradura; recodo; rotura
böja codillo; codo; curva; curvatura; difracción; inclinación; modulación; recodo; reverencia; revuelta; rotación; sinuosidad
böjning curva; curvatura; inclinación; recodo; reverencia; revuelta; rotación; sinuosidad afecto; arco; cambio; curva; declinación; inclinación; simpatía; sinuosidad
kurva codillo; codo; curva; curvatura; difracción; inclinación; modulación; recodo; reverencia; revuelta; rotación; sinuosidad arco; cimbreo; curva; curvatura; revuelta; sinuosidad; vuelta
kurvor curva; recodo arcos; bóvedas
vridning curva; curvatura; inclinación; recodo; reverencia; revuelta; rotación; sinuosidad torsión
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista abusar de; cascar; craquear; desfigurar; estar apartado; estar desprovisto; hacer pedazos; hachar; petardear; quebrantar; quebrar; refractar
böja cascar; conjugar; declinar; doblar; doblarse; flectar la cabeza; hacer recortes; torcer
kurva comblar; doblar; torcer

Verwante woorden van "recodo":

  • recoda, recodas

Synoniemen voor "recodo":


Wiktionary: recodo


Cross Translation:
FromToVia
recodo krökning; sväng; böj Biegung — die Richtungsänderung einer Straße, eine Kurve

Computer vertaling door derden: