Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal raíz

Vertaal raíz van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

raíz:
- rödbeta; hög fot; lägg; skaft
- ordstam; rotord; trästam
- rot
Wiktionary:
- raíz → ordstam, rot, rötter, tandrot, källa, nollställe, ordrot, stam

Spaans

Uitgebreide vertaling voor raíz (Spaans) in het Zweeds

raíz:

raíz [la ~] zelfstandig naamwoord

la raíz (zanahoria; remolacha; betarraga)
rödbeta
- rödbeta [-en] zelfstandig naamwoord
la raíz (estirpe; fuste; tronco; rabo; barquillo; foso; astil; pozo; tribu; rabillo; pedúnculo)
hög fot; lägg; skaft
- hög fot zelfstandig naamwoord
- lägg [-ett] zelfstandig naamwoord
- skaft [-ett] zelfstandig naamwoord

raíz [el ~] zelfstandig naamwoord

el raíz (forma radical; étimo)
ordstam; rotord
- ordstam zelfstandig naamwoord
- rotord zelfstandig naamwoord
el raíz (tronco)
trästam
- trästam zelfstandig naamwoord

raíz

raíz
rot
- rot [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor raíz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hög fot	astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco
lägg	astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco	codillo
ordstam	forma radical; raíz; étimo	palabra raíz
rot	raíz	raíz de un número
rotord	forma radical; raíz; étimo
rödbeta	betarraga; raíz; remolacha; zanahoria
skaft	astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco	asa; caja; cajas; codillo; enganche; foso; hueco; lanzas de tiro; tribu; tronco; vara
trästam	raíz; tronco

Verwante woorden van "raíz":

raíces

Synoniemen voor "raíz":

germen; principio; origen; cimiento; comienzo
madre; origen; causa; principio; hermana; sor; religiosa; superiora; matriz; mamá; mama; madrastra; fundamento
vivero; cuna; fuente

Wiktionary: raíz

Cross Translation:

From	To	Via
• raíz	→ ordstam	↔ stam — taalkunde\|nld een onvervoegde of onverbogen woordvorm
• raíz	→ rot; rötter	↔ root — part of a plant
• raíz	→ rot; tandrot	↔ root — of a tooth
• raíz	→ källa	↔ root — primary source
• raíz	→ rot	↔ root — arithmetic: number or expression which when raised to a power gives the specified number or expression
• raíz	→ nollställe; rot	↔ root — analysis: zero of a function
• raíz	→ rot; ordrot	↔ root — philology: word from which another word or words are derived
• raíz	→ ordstam; stam	↔ stem — linguistics: main part of a word
• raíz	→ nollställe	↔ zero — value of a function’s independent variables when the value of the function is zero
• raíz	→ rot	↔ racine — (botanique) Partie souterraine d’un végétal qui lui permet de puiser dans le sol les éléments nécessaires à sa nutrition (eau, sels minéraux) et d’assurer sa fixation à son support.

Verwante vertalingen van raíz