Pegado in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

pegado:
- bifogat; bifogad; fäst; sammanfogat; sammanfogad; ihop klistrat; ihop klistrad; fästat; fastgjord; fastgjort; hårdnad; hårdnat

Spaans

Uitgebreide vertaling voor pegado (Spaans) in het Zweeds

pegado
bifogat; bifogad; fäst
- bifogat bijvoeglijk naamwoord
- bifogad bijvoeglijk naamwoord
- fäst bijvoeglijk naamwoord
pegado
sammanfogat; sammanfogad
- sammanfogat bijvoeglijk naamwoord
- sammanfogad bijvoeglijk naamwoord
pegado
ihop klistrat; ihop klistrad
- ihop klistrat bijvoeglijk naamwoord
- ihop klistrad bijvoeglijk naamwoord
pegado (fijado; abrochado; sujeto; atado)
fästat; fastgjord; fastgjort
- fästat bijvoeglijk naamwoord
- fastgjord bijvoeglijk naamwoord
- fastgjort bijvoeglijk naamwoord
pegado (pegado por cocinarse; quemado)
hårdnad; hårdnat
- hårdnad bijvoeglijk naamwoord
- hårdnat bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bifogad	pegado	adjunto; aislado; anexo; añadido; copado; designado; encarcelado; encasillado; encerrado; encuadrado; envuelto; incluido; incluso; precintado; sellado
bifogat	pegado	anexo; incuido
fastgjord	abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto
fastgjort	abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto
fäst	pegado
fästat	abrochado; atado; fijado; pegado; sujeto	unido
hårdnad	pegado; pegado por cocinarse; quemado	endurecido
hårdnat	pegado; pegado por cocinarse; quemado	endurecido
ihop klistrad	pegado
ihop klistrat	pegado
sammanfogad	pegado	unido
sammanfogat	pegado	unido

adosado; anexo; adyacente; contiguo; adherido; arrimado; unido; junto
próximo; cercano; anejo; adjunto; yuxtapuesto; conexo; inmediato; vecino; acoplado; fusionado; ligado
lateral; fronterizo; limítrofe; colateral; supletorio