Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. paño:
  2. Wiktionary:
    • paño → duk


Spaans

Uitgebreide vertaling voor paño (Spaans) in het Zweeds

paño:

paño [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el paño (trapo; telón; tela; lapón; corte de tela)
    duk; trasa
    • duk [-en] zelfstandig naamwoord
    • trasa [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el paño (trapito; guiñapo; trapo; harapo; lapón)
    trasor
    • trasor zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paño:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duk corte de tela; lapón; paño; tela; telón; trapo armario para la ropa blanca; corte de tela; cupón; mantel; mortaja; ropa blanca; tela; trapito
trasa corte de tela; lapón; paño; tela; telón; trapo corte de tela; cupón; tela
trasor guiñapo; harapo; lapón; paño; trapito; trapo andrajos; harapos; jirones; retazos; trapito

Verwante woorden van "paño":

  • paños

Synoniemen voor "paño":


Wiktionary: paño


Cross Translation:
FromToVia
paño duk TuchPlural 2: Textilie aus diversen Materialien (Wort wird oft ohne unbestimmten Artikel benutzt)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van paño