Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ordenador:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ordenador (Spaans) in het Zweeds

ordenador:

ordenador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ordenador (computador)
    persondator; PC
    • persondator [-en] zelfstandig naamwoord
    • PC zelfstandig naamwoord
  2. el ordenador (computadora)
    data
    • data zelfstandig naamwoord
  3. el ordenador (calculador; computadora; calculadora; )
    kaklkylator; miniräknare; räknemaskin
  4. el ordenador

Vertaal Matrix voor ordenador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
PC computador; ordenador PC; equipo
data computadora; ordenador dato; datos; hecho
kaklkylator calculador; calculadora; computador; computadora; máquina de sumar; ordenador; ordenadores y calculadoras
miniräknare calculador; calculadora; computador; computadora; máquina de sumar; ordenador; ordenadores y calculadoras calculador
persondator computador; ordenador PC; equipo
räknemaskin calculador; calculadora; computador; computadora; máquina de sumar; ordenador; ordenadores y calculadoras calculador; calculadora
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
dator equipo
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dator ordenador

Verwante woorden van "ordenador":


Synoniemen voor "ordenador":


Wiktionary: ordenador


Cross Translation:
FromToVia
ordenador dator computer — a programmable device
ordenador dator Computer — elektronisches, programmierbares Gerät zur Eingabe, Verarbeitung und Ausgabe von Daten
ordenador PC PCPersonalcomputer (auch: Heimcomputer); eine Klasse wenig leistungsfähiger, preiswerter Computer für den Heimgebrauch
ordenador persondator Personalcomputer — ein wenig leistungsfähiger, preiswerter Computer für den Heimgebrauch
ordenador dator Rechner — hochtechnologische Rechenmaschine
ordenador dator; datamaskin ordinateur — Machine électronique

Verwante vertalingen van ordenador