Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nueva:
  2. Wiktionary:
    • nueva → ny


Spaans

Uitgebreide vertaling voor nueva (Spaans) in het Zweeds

nueva:

nueva [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nueva (novato; recién llegado; recién llegada; nuevo; novata)
    gröngöling; nykomling; novis; nybörjare; rookie
  2. la nueva (advenedizo; nuevo; conejo; )
    nybörjare; novis; gröngöling; rookie

Vertaal Matrix voor nueva:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gröngöling advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado capullo; conejo; principiante
novis advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado capullo; conejo; principiante
nybörjare advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado aspirante; capullo; conejo; debutante; iniciador; principante; principiante; principiantes
nykomling novata; novato; nueva; nuevo; recién llegada; recién llegado capullo; conejo; principiante
rookie advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado blandengue; gallina

Synoniemen voor "nueva":


Wiktionary: nueva


Cross Translation:
FromToVia
nueva ny nieuw — woorden die in een of meer van de bovenstaande categoriën horen, maar waarvan niet bekend is in welke (voel u vrij deze woorden in de juiste categorie in te voegen)
nueva ny nieuw — recentelijk aangekomen of opgedoken
nueva ny nieuw — vreemd, onbekend
nueva ny nieuw — in originele staat
nueva ny nieuw — onderscheidt nieuwere namen van oudere
nueva ny nieuw — huidige
nueva ny nieuw — recentelijk gemaakt
nueva ny nouveau — Qui n’existait pas, qui était inconnu

Verwante vertalingen van nueva