Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nimiedad:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor nimiedad (Spaans) in het Zweeds

nimiedad:

nimiedad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nimiedad (nadería; friolera; bagatela; insignificancia)
    en liten bit
  2. la nimiedad (nadería; bagatela; tontería; )
    bagatell; futtighet; småsak
  3. la nimiedad (cobardía; mezquindad)
    ängslighet

Vertaal Matrix voor nimiedad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagatell bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería bagatela; futilidad; tontería; vaina
en liten bit bagatela; friolera; insignificancia; nadería; nimiedad paseíto; pedacito; porquito; sombra; trocito
futtighet bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería
småsak bagatela; cosita; friolera; fruslería; futulidad; insignificancia; nadería; nimiedad; tontería banalidad; friolera; naderia; vulgaridad
ängslighet cobardía; mezquindad; nimiedad timidez
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
en liten bit poco

Synoniemen voor "nimiedad":