Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. marzo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor marzo (Spaans) in het Zweeds

marzo:

marzo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el marzo (mes de primavera)
    Mars; vår månad
  2. el marzo
    mars
    • mars zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marzo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mars marzo; mes de primavera
mars marzo
vår månad marzo; mes de primavera

Verwante woorden van "marzo":

  • marza, marzas

Wiktionary: marzo


Cross Translation:
FromToVia
marzo mars March — third month of the Gregorian calendar
marzo mars; vårmånad Lenzingveraltet: dritter Monat des Jahres
marzo mars März — der dritte Monat im Jahr