Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. manzana:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor manzana (Spaans) in het Zweeds

manzana:

manzana [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la manzana
    äpple; ätäpple
  2. la manzana
    äpple frukt

Vertaal Matrix voor manzana:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
äpple manzana
äpple frukt manzana
ätäpple manzana

Synoniemen voor "manzana":


Wiktionary: manzana


Cross Translation:
FromToVia
manzana äpple apple — fruit
manzana kvarter block — group of buildings demarcated by streets
manzana kvarter block — distance from one street to another
manzana kvarter city block — part of town enclosed by streets
manzana äppelskrott Apfelgriebslandschaftlich: das abgegessene Kerngehäuse eines Apfels
manzana äpple Apfel — rundliche Frucht des Apfelbaums mit Schale, Fruchtfleisch und Kerngehäuse
manzana äpple pomme — Fruit

Verwante vertalingen van manzana