Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. madera:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor madera (Spaans) in het Zweeds

madera:

madera [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la madera (palo)
    ved; timmer
    • ved [-en] zelfstandig naamwoord
    • timmer [-ett] zelfstandig naamwoord

madera [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el madera (estructura de madera)
    trävävnad

Vertaal Matrix voor madera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
timmer madera; palo plantas leñosas; productos de madera
trävävnad estructura de madera; madera
ved madera; palo bloque de viviendas; leña; leño; madera destinada a partir; madera partida; tronco de madera
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
timmer leñoso

Synoniemen voor "madera":


Wiktionary: madera


Cross Translation:
FromToVia
madera trä hout — het materiaal in het binnenste van houtige planten
madera trä; virke Holz — aus Zellulose und Lignin bestehende Masse eines Baumes
madera trä wood — substance
madera trä; virke; ved bois — Substance dure et fibreuse des arbres

Verwante vertalingen van madera