Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. luna:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor luna (Spaans) in het Zweeds

luna:

luna [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la luna
    måne
    • måne [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la luna
    skyltfönster
  3. la luna (tubo de lámpara; cristales; espejo; globo de lámpara)
    lampglas

Vertaal Matrix voor luna:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lampglas cristales; espejo; globo de lámpara; luna; tubo de lámpara globo de lámpara; tubo de lámpara
måne luna
skyltfönster luna escaparate; vitrinas

Verwante woorden van "luna":

  • lunas

Synoniemen voor "luna":


Wiktionary: luna


Cross Translation:
FromToVia
luna månen moon — largest natural satellite of planet Earth
luna måne moon — any substantially sized natural satellite of a planet
luna månen Mondursprünglich ausschließlich, (umgangssprachlich): der die Erde umkreisende Mond, der Erdmond, natürlicher Satellit, Trabant der Erde
luna måne lune — astronomie|fr (s) satellite naturel de la Terre, qui tourne autour de celle-ci en un cycle de vingt-sept jours sept heures quarante-trois minutes. Plus souvent écrit Lune.

Verwante vertalingen van luna