Spaans
Uitgebreide vertaling voor insignia (Spaans) in het Zweeds
insignia:
-
la insignia (condecoración)
-
la insignia
ebmblem; märke; polisbricka; ordenstecken-
ebmblem zelfstandig naamwoord
-
ordenstecken zelfstandig naamwoord
-
-
la insignia
idrottsmärke; klassmärke; tjänstemärke-
idrottsmärke zelfstandig naamwoord
-
klassmärke zelfstandig naamwoord
-
tjänstemärke zelfstandig naamwoord
-
-
la insignia (plumazo)
-
la insignia (banderita; decoración; medalla; condecoración; insignia de una orden)
decoration-
decoration zelfstandig naamwoord
-
-
la insignia (ficha; moneda; penique; espiga; clavija)
-
la insignia (contraseña; marca; medalla; distinción; decoración; condecoración; condecoraciones; insignia de una orden)
-
la insignia (insignia de una orden; moneda; distinción; decoración; distintivo; pasador; medalla; condecoración; penique; condecoraciones)
tecken; utmärkelsetecken; insignier-
utmärkelsetecken zelfstandig naamwoord
-
insignier zelfstandig naamwoord
-
la insignia (viñeta)
-
la insignia (distintivo)