Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hall:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor hall (Spaans) in het Zweeds

hall:

hall [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hall (vestíbulo; zaguán; portal; )
    hall; vestibul
    • hall [-en] zelfstandig naamwoord
    • vestibul [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el hall (pórtico; portal; zaguán; )
    veranda
    • veranda [-en] zelfstandig naamwoord
  3. el hall (vestíbulo; pórtico; soportal; )
    balkong; veranda
    • balkong [-en] zelfstandig naamwoord
    • veranda [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balkong galería; hall; portal; pórtico; sala; soportal; vestíbulo balaustrada; balcón; baranda; barandilla; barra; pretil
hall acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán cuarto; habitación de delante; portal; recibidor; sala; salón; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán
veranda galería; hall; paso; portal; pórtico; sala; sobradillo; soportal; vestíbulo; zaguán galería delantera
vestibul acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán

Verwante woorden van "hall":

  • halles, halla, hallas

Synoniemen voor "hall":