Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. hachazo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor hachazo (Spaans) in het Zweeds

hachazo:

hachazo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el hachazo (azada; sablazo)
    hugg; skåra; djupt sår
    • hugg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skåra [-en] zelfstandig naamwoord
    • djupt sår zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hachazo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djupt sår azada; hachazo; sablazo
hugg azada; hachazo; sablazo
skåra azada; hachazo; sablazo abertura; cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; especie de pinzón; filo; gravilla triturada; hendidura; incisión; mella; muesca; muescas; quebradura; rebanada; tajada; tajo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skåra cortar; dentellar; entallar; escoplear; grabar; hacer muescas en; hacer un corte; hacer una incisión; hender; picar

Synoniemen voor "hachazo":


Wiktionary: hachazo


Cross Translation:
FromToVia
hachazo baksmälla; kopparslagare; bakfylla hangover — illness caused by heavy drinking
hachazo baksmälla; kopparslagare; bakfylla kater — gevolgen van alcoholgebruik