Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fracasado:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fracasado (Spaans) in het Zweeds

fracasado:

fracasado bijvoeglijk naamwoord

  1. fracasado
    urflippad; tokigt; urflippat

fracasado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fracasado (tipo fracasado; chiflado; lelo; )
    fiasko; odugling
    • fiasko [-ett] zelfstandig naamwoord
    • odugling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fracasado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiasko adoquín; baldragas; blandengue; calzonazos; chalado; chiflado; fracasado; lelo; lerdo; memo; tipo fracasado; tío fracasado
odugling adoquín; baldragas; blandengue; calzonazos; chalado; chiflado; fracasado; lelo; lerdo; memo; tipo fracasado; tío fracasado inútil; trasto
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tokigt fracasado absurdo; blandengue; bobo; burro; caótico; chalado; chiflado; como loco; confuso; curioso; demente; desconcertado; estúpido; furioso; idiota; indolente; locamente; loco; loquillo; medio hecho; mentecato; ponerse arrecho; saltado
urflippad fracasado
urflippat fracasado

Synoniemen voor "fracasado":


Wiktionary: fracasado


Cross Translation:
FromToVia
fracasado nolla Versager — Bezeichnung für eine Person, die vermeintlich nichts in ihrem Leben erreicht hat

Verwante vertalingen van fracasado