Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. flojera:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor flojera (Spaans) in het Zweeds

flojera:

flojera [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la flojera (flojedad; debilidad; fatiga; )
    svaghet; fragilitet
  2. la flojera (mal gusto; flaqueza; flojedad; insipidez; sosería)
    smaklöshet

Vertaal Matrix voor flojera:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fragilitet debilidad; estupidez; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; inactividad
smaklöshet flaqueza; flojedad; flojera; insipidez; mal gusto; sosería cursilería
svaghet debilidad; estupidez; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; inactividad blandenguería; blandura; debilidad; flaccidez; flojedad; punto débil; punto flaco; sensibilidad

Verwante woorden van "flojera":

  • flojeras

Synoniemen voor "flojera":