Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal flojedad

Vertaal flojedad van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

flojedad:
- maktlöshet; kraftlöshet; vanmäktighet; deprimerad; obehag; svaghet
- svaghet; fragilitet
- smaklöshet

Spaans

Uitgebreide vertaling voor flojedad (Spaans) in het Zweeds

flojedad:

flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord

la flojedad (debilidad)
maktlöshet; kraftlöshet; vanmäktighet
- maktlöshet [-en] zelfstandig naamwoord
- kraftlöshet [-en] zelfstandig naamwoord
- vanmäktighet [-en] zelfstandig naamwoord
la flojedad (depresión; baja; fracaso; crisis; bache; bajón; bajones)
deprimerad; obehag
- deprimerad zelfstandig naamwoord
- obehag [-ett] zelfstandig naamwoord
la flojedad (blandenguería)
svaghet
- svaghet [-en] zelfstandig naamwoord

flojedad [el ~] zelfstandig naamwoord

el flojedad (debilidad; fatiga; flojera; fragilidad; estupidez; inactividad)
svaghet; fragilitet
- svaghet [-en] zelfstandig naamwoord
- fragilitet [-en] zelfstandig naamwoord

flojedad [la ~] zelfstandig naamwoord

la flojedad (mal gusto; flojera; flaqueza; insipidez; sosería)
smaklöshet
- smaklöshet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flojedad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deprimerad	bache; baja; bajones; bajón; crisis; depresión; flojedad; fracaso
fragilitet	debilidad; estupidez; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; inactividad
kraftlöshet	debilidad; flojedad	debilidad; desmayo; falta de medios; impotencia; incapacidad; insolvencia; inválido
maktlöshet	debilidad; flojedad
obehag	bache; baja; bajones; bajón; crisis; depresión; flojedad; fracaso	bromista; calamidad; desagrado; desazón; descontento; discordia; disgusto; fastidio; incomodidad; insatisfacciones; insatisfacción; irritación; males; malestar; molestia; molestias; persona maliciosa; pesada; pesado; problemas
smaklöshet	flaqueza; flojedad; flojera; insipidez; mal gusto; sosería	cursilería
svaghet	blandenguería; debilidad; estupidez; fatiga; flojedad; flojera; fragilidad; inactividad	blandura; debilidad; flaccidez; punto débil; punto flaco; sensibilidad
vanmäktighet	debilidad; flojedad
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deprimerad		deprimido

Synoniemen voor "flojedad":

atonía; astenia; debilidad; cansancio; agotamiento; decaimiento; desfallecimiento; postración; lasitud
astenia; debilidad; decaimiento; flojera; lasitud; cansancio
enervación; enervamiento; debilitamiento; agotamiento; postración; fatiga
abatimiento; agobio; desmayo; desaliento; descorazonamiento; languidez
lenidad; blandura; benevolencia; flexibilidad; suavidad; dulzura; sosiego; moderación; elasticidad; ductilidad; maleabilidad; flacidez; inconsistencia; afabilidad; benignidad; bondad; delicadeza; indolencia; mansedumbre; ternura; flema

Computer vertaling door derden: