Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. evento:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor evento (Spaans) in het Zweeds

evento:

evento [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el evento (acontecimiento; hecho; caso; actualidad; acto)
    högtidligt tillfälle; evenemang; tilldragelse
  2. el evento (evento de programa)
    händelse

Vertaal Matrix voor evento:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
evenemang acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho
händelse evento; evento de programa acontecimiento; acto; armatoste; asunto poco claro; caso; chisme; cuestión; disputa; hecho; incidente; los acontecimientos; materia de discusión; negocio; objeto de discusión; suceder; suceso; transacción; trato; tópico
högtidligt tillfälle acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho
tilldragelse acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho

Verwante woorden van "evento":

  • eventos

Synoniemen voor "evento":


Wiktionary: evento


Cross Translation:
FromToVia
evento evenemang; händelse event — occurrence of social or personal importance
evento händelse; tilldragelse Ereignis — ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis
evento evenemang Veranstaltung — etwas, das veranstaltet wird, zum Beispiel ein Kongress