Espantos in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

espantos:
- skräcker
espanto:
- motvilja; avsmak; hemskhet; förskräcklighet; stor artad; vederstyggelse; avsky; vederstygglighet

Spaans

Uitgebreide vertaling voor espantos (Spaans) in het Zweeds

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skräcker	espantos; horrores

el espanto (horror; repugnancia; susto; asco; terror)
motvilja; avsmak
- motvilja [-en] zelfstandig naamwoord
- avsmak [-en] zelfstandig naamwoord
el espanto
hemskhet; förskräcklighet
- hemskhet [-en] zelfstandig naamwoord
- förskräcklighet zelfstandig naamwoord
el espanto
stor artad
- stor artad zelfstandig naamwoord
el espanto (abominación; atrocidad; aborrecimiento)
vederstyggelse; avsky; vederstygglighet
- vederstyggelse zelfstandig naamwoord
- avsky [-en] zelfstandig naamwoord
- vederstygglighet [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avsky	abominación; aborrecimiento; atrocidad; espanto	abominación; aborrecimiento; aversión; consternación; desconcierto; dislocación; hastío; horror; náuseas; odio; repugnancia; terror
avsmak	asco; espanto; horror; repugnancia; susto; terror
förskräcklighet	espanto
hemskhet	espanto
motvilja	asco; espanto; horror; repugnancia; susto; terror	animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
stor artad	espanto
vederstyggelse	abominación; aborrecimiento; atrocidad; espanto	abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
vederstygglighet	abominación; aborrecimiento; atrocidad; espanto	abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avsky		abominar; aborrecer; achicar; denigrar; desdeñar; desestimar; despreciar; detestar; empequeñecer; fastidiar; jorobar; menospreciar; odiar; subestimar; tener horror a; tratar con menosprecio