Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. encaje:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor encaje (Spaans) in het Zweeds

encaje:

encaje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el encaje (labor de encaje)
    spets; spetstyg
    • spets [-en] zelfstandig naamwoord
    • spetstyg zelfstandig naamwoord
  2. el encaje (aguante)
    spänst; elasticitet
  3. el encaje (borde; costado; almena; flanco)
    flygel; byggnads flygel

Vertaal Matrix voor encaje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byggnads flygel almena; borde; costado; encaje; flanco
elasticitet aguante; encaje correosidad; elasticidad; empuje; fuerza expansiva
flygel almena; borde; costado; encaje; flanco ala
spets encaje; labor de encaje apogeo; cima; clave; clímax; cresta; cumbre; galón; lucio; lulú de Pomerania; línea delantera; momento culminante; pasamano; pico; punta de lanza; punto más alto; tope; vanguardia
spetstyg encaje; labor de encaje
spänst aguante; encaje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spets de encaje

Verwante woorden van "encaje":

  • encajes, encaja, encajas

Synoniemen voor "encaje":


Wiktionary: encaje


Cross Translation:
FromToVia
encaje spets lace — fabric
encaje spets Spitze — eine Art Gewebe
encaje pund dentelle — couture|fr Sorte de passement à jour et à mailles très fines.

Verwante vertalingen van encaje