Embarazo in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

embarazo:
- graviditet; blyghet; förlägenhet; försagdhet; frukta; ängsla; försynthet; rodnad; blygsamhet; skygghet
Wiktionary:
- embarazo → graviditet, havandeskap

Spaans

Uitgebreide vertaling voor embarazo (Spaans) in het Zweeds

el embarazo
graviditet
- graviditet [-en] zelfstandig naamwoord
el embarazo (incomodidad; retraimiento; carácter huraño; recato; timidez; empacho; carácter cerrado)
blyghet
- blyghet [-en] zelfstandig naamwoord
el embarazo (empacho; timidez; incomodidad)
förlägenhet
- förlägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
el embarazo (timidez; empacho; encogido)
blyghet; försagdhet
- blyghet [-en] zelfstandig naamwoord
- försagdhet [-en] zelfstandig naamwoord
el embarazo (angustia; miedo; timidez; temor; susto; terror; empacho; esquivez; carácter huraño)
frukta; ängsla
- frukta [-en] zelfstandig naamwoord
- ängsla [-en] zelfstandig naamwoord
el embarazo (recato; timidez; empacho; encogido; esquivez)
försynthet
- försynthet zelfstandig naamwoord
el embarazo (timidez; recato; encogido; esquivez; carácter huraño)
rodnad; blyghet; blygsamhet; skygghet
- rodnad [-en] zelfstandig naamwoord
- blyghet [-en] zelfstandig naamwoord
- blygsamhet [-en] zelfstandig naamwoord
- skygghet [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blyghet	carácter cerrado; carácter huraño; embarazo; empacho; encogido; esquivez; incomodidad; recato; retraimiento; timidez	cobardía; empacho; temor; timidez
blygsamhet	carácter huraño; embarazo; encogido; esquivez; recato; timidez	discreción; humildad; modestia; modicidad; quietud; recogimiento; sencillez; sobriedad
frukta	angustia; carácter huraño; embarazo; empacho; esquivez; miedo; susto; temor; terror; timidez
förlägenhet	embarazo; empacho; incomodidad; timidez
försagdhet	embarazo; empacho; encogido; timidez
försynthet	embarazo; empacho; encogido; esquivez; recato; timidez
graviditet	embarazo
rodnad	carácter huraño; embarazo; encogido; esquivez; recato; timidez	rubor
skygghet	carácter huraño; embarazo; encogido; esquivez; recato; timidez	moderación; modestia; recogimiento; reserva; retirada; sobriedad
ängsla	angustia; carácter huraño; embarazo; empacho; esquivez; miedo; susto; temor; terror; timidez	angustia; cobardía; empacho; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; susto; temor; terror; timidez
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frukta		acobardarse por; dudar; estar inquieto por; estar preocupado; temer por; tener miedo
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rodnad		rojo de rabia ó de esfuerzo

Cross Translation:

From	To	Via
• embarazo	→ graviditet	↔ Schwangerschaft — bestimmte körperliche Verfassung einer Frau, die mit der Empfängnis beginnt und mit der Geburt des Kindes endet
• embarazo	→ havandeskap	↔ zwangerschap — de tijd dat een vrouw een ongeboren kind met zich draagt
• embarazo	→ graviditet	↔ pregnancy — condition
• embarazo	→ graviditet	↔ grossesse — état d’une femme enceinte
• embarazo	→ graviditet	↔ maternité — fait de porter un enfant et d'accoucher