Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. el:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor el (Spaans) in het Zweeds

el:

el bijvoeglijk naamwoord

  1. el (los; la; las)
    det
    • det bijvoeglijk naamwoord

el

  1. el (los; la; las)

Vertaal Matrix voor el:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
den el; la; las; los
det el; la; las; lo; los de modo que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
det el; la; las; los esa; ese; eso; este; que

Verwante woorden van "el":

  • eles

Wiktionary: el


Cross Translation:
FromToVia
el den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a the — article
el den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
el den; det; de the — with a superlative
el -n; -en; -t; -et; -na; -a the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class

Verwante vertalingen van el