Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dosis:
  2. Wiktionary:
    • dosis → dos


Spaans

Uitgebreide vertaling voor dosis (Spaans) in het Zweeds

dosis:

dosis [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la dosis (porción; parte)
    dos; dosis
    • dos [-en] zelfstandig naamwoord
    • dosis zelfstandig naamwoord
  2. la dosis (cantidad; número; monte; cifra)
    antal; nummer; dos; mängd
    • antal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dos [-en] zelfstandig naamwoord
    • mängd [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la dosis
    doser
    • doser zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dosis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antal cantidad; cifra; dosis; monte; número contador; cuanto; cuantía; decena; frecuencia
dos cantidad; cifra; dosis; monte; número; parte; porción dosificación
doser dosis
dosis dosis; parte; porción dosificación
mängd cantidad; cifra; dosis; monte; número agregación; colección; cúmulo; lote; masa; montón; multitud; partida; terrón
nummer cantidad; cifra; dosis; monte; número cifra; nota; número; número de orden; número ordinal

Wiktionary: dosis


Cross Translation:
FromToVia
dosis dos dose — measured portion of medicine
dosis dos Dosis — genau abgemessene Menge eines Medikaments

Verwante vertalingen van dosis