Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. dita:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor dita (Spaans) in het Zweeds

dita:

dita [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la dita (fianza; garantía; caución; prenda)
    säkerhet; garanti; pant; borgen
    • säkerhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • garanti [-en] zelfstandig naamwoord
    • pant [-en] zelfstandig naamwoord
    • borgen zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dita:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borgen caución; dita; fianza; garantía; prenda caución; fianza; garantía
garanti caución; dita; fianza; garantía; prenda certificado de garantía; estigma; garante; garantía; garantías; imprenta; prenda; prendas; sello de garantía
pant caución; dita; fianza; garantía; prenda garantías; prendas
säkerhet caución; dita; fianza; garantía; prenda abrigo contra; amparo; certeza; defensa; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; garantías; prendas; protección; realidad; salvaguarda; seguridad; valor

Verwante woorden van "dita":

  • ditas

Synoniemen voor "dita":