Desfachatez in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

desfachatez:
- oförskämdhet; oförsynthet; ohövlighet; påflugenhet; framåtanda; frimodighet; oförskämd; uppskäftig

Spaans

Uitgebreide vertaling voor desfachatez (Spaans) in het Zweeds

desfachatez:

desfachatez [la ~] zelfstandig naamwoord

la desfachatez (impertinencia; frescura; descaro; grosería; desenvoltura; desplante; insolencia; desvergüenza; descoco)
oförskämdhet; oförsynthet; ohövlighet; påflugenhet
- oförskämdhet [-en] zelfstandig naamwoord
- oförsynthet [-en] zelfstandig naamwoord
- ohövlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- påflugenhet [-en] zelfstandig naamwoord
la desfachatez (descortesía; frescura; descaro; impertinencia; desenvoltura; desplante; insolencia; descoco)
framåtanda; frimodighet
- framåtanda [-en] zelfstandig naamwoord
- frimodighet [-en] zelfstandig naamwoord
la desfachatez (descaro; frescura; grosería; impertinencia; desvergüenza; indecencia)
oförskämd; uppskäftig
- oförskämd zelfstandig naamwoord
- uppskäftig zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor desfachatez:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
framåtanda	descaro; descoco; descortesía; desenvoltura; desfachatez; desplante; frescura; impertinencia; insolencia
frimodighet	descaro; descoco; descortesía; desenvoltura; desfachatez; desplante; frescura; impertinencia; insolencia
oförskämd	descaro; desfachatez; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; indecencia
oförskämdhet	descaro; descoco; desenvoltura; desfachatez; desplante; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; insolencia
oförsynthet	descaro; descoco; desenvoltura; desfachatez; desplante; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; insolencia
ohövlighet	descaro; descoco; desenvoltura; desfachatez; desplante; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; insolencia	desconsideración; descortesía; grosero; grosería; impertinencia; insolencia; mala educación; rudeza; torpeza
påflugenhet	descaro; descoco; desenvoltura; desfachatez; desplante; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; insolencia	importunidad; indiscreción; insistencia
uppskäftig	descaro; desfachatez; desvergüenza; frescura; grosería; impertinencia; indecencia
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oförskämd		aldeano; arrogante; aturdido; bruto; campesino; campestre; con desenvoltura; de pueblo; demasiado desenvuelto; descarado; descortés; desfachatado; desgarbado; desmañado; desvergonzado; en estado natural; fastidioso; fresco; grosero; impertinente; incapaz; inhábil; insolente; mal educado; maleducado; mastuerzo; nacional; palurdo; pastoral; pastoril; rural; rústico; sin respeto; sin vergüenza; torpe; tosco; zafio; zote

Verwante woorden van "desfachatez":

desfachateces

Synoniemen voor "desfachatez":

jeta; atrevimiento; descaro; frescura; rostro; morro; cara; osadía

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal desfachatez van Spaans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor desfachatez (Spaans) in het Zweeds

desfachatez:

desfachatez [la ~] zelfstandig naamwoord

la desfachatez (impertinencia; frescura; descaro; grosería; desenvoltura; desplante; insolencia; desvergüenza; descoco)

la desfachatez (descortesía; frescura; descaro; impertinencia; desenvoltura; desplante; insolencia; descoco)

la desfachatez (descaro; frescura; grosería; impertinencia; desvergüenza; indecencia)

Vertaal Matrix voor desfachatez:

Verwante woorden van "desfachatez":

Synoniemen voor "desfachatez":